De stemming van Nederlandse ondernemers is aan het begin van het tweede kwartaal onveranderd positief. In een aantal sectoren, zoals in de informatie en communicatie en horeca, verbeterde het sentiment.
In andere sectoren, zoals de detailhandel, daalde het vertrouwen. Ondernemers verwachten een uitbreiding van de werkgelegenheid. Dat melden CBS, de Kamer van Koophandel, EIB, MKB-Nederland en VNO-NCW.
Het ondernemersvertrouwen komt aan het begin van het tweede kwartaal uit op bijna 9, nagenoeg gelijk aan vorig kwartaal. Het ondernemersvertrouwen is nu tweeënhalf jaar positief. In 2011 werd met 10,1 de hoogste stand gehaald, waarna het vertrouwen afnam en omsloeg naar negatief. Sinds halverwege vorig jaar bevindt het vertrouwen zich dicht onder het vorige hoogtepunt. Het positieve vertrouwen valt samen met de aanhoudende economische groei.
ICT en horeca positiever, detailhandel negatiever gestemd
In de sector informatie en communicatie nam het ondernemersvertrouwen het sterkst toe, van 9 naar 15. Ook in de horeca verbeterde het sentiment. Eerder meldde CBS al dat het vertrouwen van ondernemers in de industrie met 5 het hoogste punt in vijf jaar bereikte. Ondernemers in de groothandel zijn, net als in de vier voorgaande kwartalen, het meest positief gestemd met een vertrouwen van 19.
In de overige bedrijfstakken is sprake van een lichte daling van het ondernemersvertrouwen. Maar op de autohandel en delfstoffenwinning na is in elke bedrijfstak het sentiment positief. In de detailhandel daalde het vertrouwen als gevolg van minder positieve omzetverwachtingen en –ontwikkelingen.
Meer werkgelegenheid verwacht
Niet alleen bevindt het ondernemersvertrouwen zich al geruime tijd op een hoog niveau, ook neemt het aantal ondernemers toe dat uitbreiding van de werkgelegenheid verwacht. Het aantal ondernemers dat een toename van de personeelssterkte verwacht, is op zijn hoogst sinds het begin van de metingen in 2008.
In de delfstoffenwinning, de industrie en de persoonlijke dienstverlening verwachten weliswaar meer ondernemers een afname van de personeelssterkte dan een toename, maar dat verschil wordt steeds kleiner. In alle andere sectoren is juist het aantal ondernemers met groeiverwachtingen voor de personeelssterkte groter dan het aantal dat een afname verwacht.
Bron: CBS