De Nationale ombudsman start een vervolgonderzoek naar de schuldhulpverlening in tien gemeenten. Zo krijgt de ombudsman signalen dat groepen mensen ‘categoriaal’ worden uitgesloten, bijvoorbeeld omdat zij een koophuis hebben, ZZP-er zijn of in een echtscheidingsprocedure zitten. Ruim een jaar na zijn rapport ‘Burgerperspectief op schuldhulpverlening’ krijgen sommige mensen nog steeds al bij een eerste aanmelding te horen dat zij niet worden toegelaten. Er volgt dan geen intakegesprek of onderzoek naar de specifieke omstandigheden van die personen.
Gemeenten hebben een zorgplicht voor hun inwoners. Het onderzoek richt zich op de criteria op basis waarvan burgers toegang krijgen tot de schuldhulpverlening. Een andere vraag is of gemeenten zich inspannen om bij afwijzing van die toegang, toch een passende oplossing te vinden. De ombudsman doet onderzoek bij tien gemeenten en één gemeenschappelijke regeling. Dat zijn Delft, Den Helder, Emmen, Heerlen, Helmond, Leiden, Lelystad, Utrecht, Sudwest Fryslan, Zoetermeer en de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. De keus voor deze gemeenten is gebaseerd op een evenwichtige spreiding van gemeenten met verschillende grootte en dus niet op basis van het aantal klachten over die gemeente.
Vervolgonderzoek
Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek: ‘Burgerperspectief op schuldhulpverlening’ van mei 2016. De ombudsman constateerde hierin dat gemeenten van burgers zelfredzaamheid verwachten terwijl het gebrek daar aan juist een van de oorzaken is dat mensen in de schulden terecht komen, hij noemde dat ‘de illusie van zelfredzaamheid’. De ombudsman constateerde dat de schuldhulpverlening hoge drempels kent waardoor mensen buiten de boot vallen. De ombudsman verwacht zijn vervolgonderzoek in december 2017 af te kunnen ronden.
Bron: de Nationale ombudsman