Veel hulpvragers kunnen dezer dagen niet rondkomen van hun beschikbare budget. Financiële hulpverleners denken soms dat ze in zo’n geval niet af mogen wijken van ‘de NVVK-normen’ op dat gebied. Maar er zijn geen NVVK-normen voor leefgeld. De NVVK maakt gebruik van voorbeeldbedragen die beschreven worden door het Nibud en de overheid.
NVVK heeft geen leefgeldnormen
Voor wat betreft leefgeld signaleert de NVVK dat er in de praktijk meer dan eens verwezen wordt naar ‘NVVK-normen’, zoals bijvoorbeeld ’50 euro per week voor een alleenstaande’. Maar de NVVK heeft geen normen. De NVVK verwijst naar cijfers van het Nibud, maar ook dat instituut publiceert geen normen. Het verzamelt slechts informatie over het uitgavenpatroon in huishoudens en publiceert voorbeeldbegrotingen. De NVVK adviseert wel om daar aansluiting bij te zoeken. Zo kan worden vastgesteld wat iemand nodig heeft die met schulden kampt en van een minimum inkomen moet rondkomen.
Als iemand schulden heeft en van een minimum inkomen moet rondkomen, dan kan je dus voor het budget, inclusief het leefgeld, aansluiting zoeken bij de informatie van het Nibud. De NVVK publiceert die informatie samen met het halfjaarlijkse normenoverzicht dat nodig is om het Vrij te laten bedrag te berekenen. Deze Nibud-voorbeeldbegrotingen zijn op het niveau van ‘weinig maar toereikend’ en voor allerlei verschillende gezinssituaties beschikbaar. Daarvan kun je eenvoudig het leefgeld afleiden en wat daarvan betaald moet worden. Deze voorbeeldbegrotingen vormen ook de basis voor het NVVK normenoverzicht en zijn onderdeel van de Vtlb-berekening.
Bron: NVVK