De Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso-ondernemingen (NVI) neemt afstand van het Rapport Marktonderzoek Incassobranche dat eerder deze maand door SEO werd uitgebracht. Het onderzoek was gelast door het Ministerie van Justitie & Veiligheid met het oog op de aanstaande Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki). Volgende week wordt het wetsvoorstel in de Tweede Kamer behandeld. De NVI maakt al langer bezwaar tegen de inhoud van de Wki en vindt het treffend dat niets wordt gedaan met signalen van de brancheorganisatie.
Geen gedegen marktonderzoek
De NVI stelt vast dat het SEO-rapport is samengesteld op basis van een enkele vragenlijst, aangevuld met een paar gesprekken met ondernemers en beleidsambtenaren. Tekenend is dat wel met de NVI, maar niet met de KBvG, de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders is gesproken. Gerechtsdeurwaarders zijn naast incassobureaus de andere grote speler op de incassomarkt. In het jaarverslag 2020 laat de KBvG weten dat haar leden in veruit de meeste gevallen incasseren in de minnelijke fase. Alleen al hierdoor kan niet worden gesproken van een gedegen onderzoek naar de incassomarkt zoals het rapport veronderstelt.
Geen herkenning
‘Ik herken mij totaal niet in hetgeen in het rapport is weergegeven’, zegt NVI-directeur Connie Maathuis. ‘In mijn gesprek met de onderzoekers heb ik aangegeven dat zij in de vragenlijsten die naar incassobureaus zijn verstuurd onzorgvuldig te werk zijn gegaan. Men heeft cruciale begrippen door elkaar gehaald en onvolledige en onduidelijke vragen gesteld, waardoor de antwoorden geen bruikbare informatie heeft kunnen opleveren. Juist in de afgelopen twee jaar is duidelijk geworden dat uit SBI-codes die ondernemingen in het Handelsregister hebben opgegeven, niet alles mag worden afgeleid. Het geeft te denken dat de ontvangen antwoorden vervolgens niet zijn getoetst bij de vele professioneel acterende incasso-organisaties die ons land rijk is.’ Vastgesteld is dat geen van de NVI-kantoren daarop is getoetst.
Incassobranche niet serieus genomen
Het is tekenend dat de minister voor rechtsbescherming Franc Weerwind het SEO-rapport naar de Tweede Kamer stuurde met de enkele mededeling dat ‘de resultaten grotendeels de eerdere aannames en vermoedens omtrent de incassobranche bevestigen’. Het toch al ontstane beeld dat de incassobranche niet serieus wordt genomen wordt daarmee versterkt. Uit de Nota naar aanleiding van het verslag die in november jongstleden verscheen valt op te maken dat met de inbreng van de NVI tot dusverre op het wetsvoorstel niets is gedaan.
Gemiste kansen
De NVI heeft vanaf het begin laten weten voorstander van een wettelijke regeling te zijn, maar twijfelt steeds meer aan de effectiviteit van het wetsvoorstel dat een instrumenteel en procedureel voorstel is, maar echte inhoud mist. Zelfs adviezen van de Raad van State zijn terzijde gelegd zoals het beleggen van het toezicht op incassobureaus bij het Bureau Financieel Toezicht, een kundig en zeer ervaren toezichthouder die al ruim 20 jaar toezicht op gerechtsdeurwaarders houdt. Ook zijn belangrijke onderwerpen zoals het instellen van periodieke audits, het beperkt inzage verkrijgen in adresgegevens, het verplicht instellen van een derdengeldrekening en een gelijk speelveld in de branche niet in het wetsvoorstel opgenomen. Pas medio april worden de kwaliteitseisen die voor de professionalisering van de markt zo belangrijk zijn en waar de NVI steeds op heeft aangedrongen, via een internetconsultatie openbaar.
Bron: NVI