Hieronder treft u een overzicht aan van enkele belangrijke wetten op het terrein van Justitie en Veiligheid die per 1 januari 2022 in werking treden.
Introductie van meerdere nieuwe griffierechtcategorieën voor civiele geldvorderingen
Om een zaak voor te leggen aan de rechter moeten griffierechten worden betaald. Voor civiele zaken zijn de griffierechten geregeld in de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz). Met deze wet worden in de Wgbz voor lagere geldvorderingen (tussen de 500 en 5.000 euro) meerdere nieuwe griffierechtencategorieën ingevoerd met lagere tarieven. Bij dat soort zaken gaat het veelal om procedures door bedrijven tegen burgers.
De verlaging is gunstig voor het MKB (die als eiser de griffierechten betaalt) en voor de burger die als de vordering wordt toegewezen vaak de proceskosten van de eiser (waaronder de griffierechten) moet vergoeden. De verlaging is mogelijk gemaakt door de griffierechten voor vorderingen van meer dan 12.500 euro te verhogen. Daarnaast wordt een nieuwe griffierechtcategorie geïntroduceerd voor vorderingen tussen bedrijven van meer dan 1 miljoen euro.
Betere man-vrouw verhouding in top bedrijfsleven
Op 1 januari gaat het ingroeiquotum in dat regelt dat ten minste één derde deel van de raad van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven moet bestaan uit mannen en tenminste één derde deel uit vrouwen. Het ingroeiquotum gaat gelden voor nieuwe benoemingen van commissarissen. Grote naamloze en besloten vennootschappen moeten passende en ambitieuze streefcijfers vaststellen om de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in de top en subtop van de onderneming evenwichtiger te maken. Ook moeten zij daarover jaarlijks rapporteren aan de SER.
Verruiming mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen
Het kabinet zorgt voor een verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van organisaties waarvan doel of werkzaamheden een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid, rechtsorde of de democratische rechtsstaat. De regering wil radicale of extremistische organisaties, waarvan het doel of de activiteiten in strijd zijn met de openbare orde (waaronder de nationale veiligheid of de internationale rechtsorde), steviger aanpakken.
Als de werkzaamheden of het doel van de rechtspersoon in strijd zijn met de openbare orde, dan dit kan leiden tot een verbodenverklaring en ontbinding. Rechters kunnen de rechtspersoon in het belang van de openbare orde bevelen om activiteiten stop te zetten, uiterlijk totdat over een verboden verklaring onherroepelijk is beslist. Het opzettelijk niet nakomen van dit rechterlijk bevel wordt strafbaar.
Strafrechtelijke aanpak ondermijning
Dit wetsvoorstel versterkt de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hiermee wil de regering het criminele proces verstoren, waardoor crimineel gedrag voor de daders niet loont en de samenleving er geen last van heeft. Dit wetsvoorstel vormt onderdeel van de wetgevingsagenda ondermijning.
Met dit voorstel worden verschillende vormen van faciliterende criminaliteit zwaarder bestraft en geeft het de politie en het Openbaar Ministerie meer mogelijkheden om op te treden. Zo wordt het illegaal verblijf op bepaalde logistieke terreinen strafbaar en kan daardoor sneller worden opgetreden als zogenoemde uithalers op zoek zijn naar drugs in havens. Ook wordt bijvoorbeeld het importeren, exporteren en voorhanden hebben van stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van drugs (precursoren) strafbaar, waardoor het productieproces eerder kan worden verstoord.
Bron: Rijksoverheid.nl