Zo blijkt uit een onderzoek onder werkend Nederland in opdracht van Plantronics. ZZP’ers en werknemers van bedrijven van diverse grootte hebben hun licht laten schijnen op Het Nieuwe Werken. De uitkomst: dit ideaal wordt bij een meerderheid van de bedrijven in praktijk gebracht en de meerderheid van de werknemers staat er positief tegenover. Toch is er nog veel winst te behalen.
De term Het Nieuwe Werken, duikt in de jaren negentig in Nederland op. Het kantoor van verzekeraar Interpolis werd door het Nederlandse bedrijf Veldhoen + Company volgens HNW-concept ingericht, en was wereldwijd het eerste innovatieve kantoor, bedoeld voor 1500 medewerkers. Als er twintig jaar later een balans wordt opgemaakt, blijkt er nog veel winst te behalen op het gebied van werkplekinnovatie.
Onderzoeksbureau No Ties deed in februari 2016 in opdracht van Plantronics onderzoek naar de status van Het Nieuwe Werken in Nederland. Uit dit onderzoek blijkt dat bij gemiddeld 63 procent van de bedrijven Het Nieuwe Werken in de praktijk wordt gebracht. De uitschieters liggen bij bedrijven met meer dan 100 werknemers. Ook blijkt er een verschil tussen de regio’s. In het westen van Nederland werkt personeel het meest op een andere plek dan de vaste werkplek op kantoor (70 procent). Het contrast is het grootste met bedrijven in het oosten van Nederland. Daar werkt 55 procent van de werknemers via het HWN-concept en 37 procent niet.
Kantoor blijft favoriet
Ondanks dat bij het merendeel van de bedrijven in Nederland HNW is ingevoerd, lijkt het omzetten van het HNW-ideaal naar de praktijk lastiger dan vooraf gedacht. Kansen worden dan ook niet volledig benut. Uit het onderzoek komt onder andere naar voren dat 37 procent van de ondervraagde personeelsleden maar liefst 100 procent van zijn tijd voor zijn vaste werkplek op het kantoor van de werkgever kiest, en niet voor een andere locatie. Met de 34 procent, die 80 procent van de tijd op kantoor werkt, gaat een structurele oplossing, zoals voor Interpolis ooit was bedacht en nog steeds wordt uitgevoerd, voor een ruime meerderheid van de ondervraagde bedrijven niet op.
Frank Timmermans, country manager Benelux & Nordics bij Plantronics, licht toe: “Nederland wordt vaak gezien als koploper en pionier op het gebied van Het Nieuwe Werken. Veel bedrijven die via dit concept werken, plukken er de vruchten van. Ik hoef daarvoor alleen maar naar mijn eigen organisatie te kijken, en zie een enorme toename in de werknemerstevredenheid, afname van het ziekteverzuim, verhoogde productiviteit en lagere huisvestingskosten. Maar toch blijkt dat een goede, structurele invoering bij veel bedrijven mislukt of in het ergste geval wordt het zelfs verboden.”
Verbod
Bij 11 procent van de ondervraagde bedrijven is thuiswerken niet toegestaan. Het percentage is het hoogst bij bedrijven met tussen de 1 en 9 werknemers (41 procent). Dat is opmerkelijk vanwege de positieve houding van de ondervraagden tegenover HWN. 48 procent is positief en 17 procent heel positief. Slechts 4 procent staat er negatief en 1 procent heel negatief tegenover. Daarnaast juicht 30 procent van de respondenten een wettelijk recht op thuiswerken zelfs toe.
Medewerkers geven verhoogde flexibiliteit als belangrijkste reden aan om voor Het Nieuwe Werken te kiezen (80 procent). Gevolgd door tijdsbesparing (73 procent) en verhoogde productiviteit (65 procent). Het realiseren van betere resultaten komt met 63 procent op de vierde plaats. Het ervaren van minder stress is voor bijna de helft van de respondenten belangrijk (47 procent) en voor 14 procent cruciaal. Verduurzaming door reductie van de CO2-uitstoot is voor 38 procent van de ondervraagden belangrijk.
Bron: Persberichten.com