Per 1 januari 2018 gaan een aantal nieuwe regels gelden die van belang zijn voor mensen met schulden. Vanaf 2018 word je beter beschermd tegen voorhuwelijkse schulden van je echtgenoot. Wanneer je een klacht tegen een deurwaarder wil indienen bij de kamer voor gerechtsdeurwaarders moet je eerst € 50 betalen. De kostendelersnorm wordt ingevoerd voor betalingsregelingen en kwijtschelding belastingen en toeslagen. En de overheid mag minder incassokosten in rekening brengen.

Trouwen in 2018

Vanaf 1 januari 2018 gaat voor mensen die gaan trouwen de beperkte gemeenschap van goederen als standaardregeling gelden. Dit betekent dat schulden en vermogen van vóór het huwelijk niet in de gemeenschap vallen. Wanneer schulden niet in de gemeenschap vallen kunnen deze ‘privéschulden’ nog steeds op de gemeenschap worden verhaald, maar dan slechts tot de helft van de waarde van het gemeenschappelijk goed. Ook schenkingen en erfenissen vallen met deze nieuwe regeling niet meer automatisch in de gemeenschap.

Met deze wetswijziging is er standaard sprake van drie vermogens: ieder heeft een privévermogen en er is een gemeenschappelijk vermogen. Wanneer je 20 jaar getrouwd bent zal het mogelijk lastig zijn om aan te tonen van wie het geld is (privé of gemeenschappelijk). Wanneer het niet aangetoond kan worden geldt de regel dat het tot het gemeenschappelijk vermogen behoort. Een goede boekhouding is dus aan te bevelen. Deze nieuwe regels gaan gelden voor mensen die nu gaan trouwen en geen aparte afspraken maken.

Klacht tegen deurwaarder? Eerst 50 euro betalen!

Vanaf 1 januari 2018 moet je eerst € 50 griffierecht betalen voordat je over het handelen van een deurwaarder een klacht kunt indienen bij de Kamer voor gerechtsdeurwaarders. Een bizarre nieuwe regel omdat juist mensen met financiële problemen te maken krijgen met deurwaarders. Vaak hebben mensen met schulden slechts € 50 leefgeld per week. Wanneer de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond wordt verklaard moet de deurwaarder het door de klager betaalde griffierecht vergoeden.
De invoering van het griffierecht hangt samen met de doorberekening van de kosten van toezicht en  tuchtrecht aan de deurwaarders.

Kostendelersnorm betalingsregeling en kwijtschelding

Per 1 januari 2015 is in de Participatiewet de kostendelersnorm ingevoerd. De hoogte van de bijstandsnorm is daarmee afhankelijk geworden van het aantal personen waarmee de kosten kunnen worden gedeeld, kostendelers genoemd. De bijstandsuitkering wordt lager naarmate er meer personen in de woning hun hoofdverblijf hebben. Als kostendelers tellen mee alle meerderjarigen die hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning, met uitzondering van personen jonger dan 21 jaar, commerciële relaties (bijvoorbeeld huurders en kostgangers) en studenten.

De invoering van de kostendelersnorm in de kwijtscheldingsregeling en in de AOW was uitgesteld tot 1 januari 2018. De invoering in de AOW is inmiddels van de baan maar de invoering in de kwijtscheldingsregeling gaat gewoon door. De kostendelersnorm zou ook ingevoerd worden in de beslagvrije voet berekening. De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden heeft zich hiertegen verzet omdat de beslagvrije voet al te complex is met als gevolg dat deze in 75% van de gevallen te laag wordt vastgesteld. Pas op het allerlaatste moment, vlak voor de beoogde invoeringsdatum, heeft het kabinet besloten af te zien van invoering van de kostendelersnorm in de beslagvrije voet, met name omdat dit tot een onuitvoerbare regeling zou leiden.

Als gevolg van invoering van de kostendelersnorm zullen kostendelers minder gauw voor kwijtschelding van (gemeentelijke) belastingen in aanmerking komen en zullen zij bij betalingsregelingen voor belasting- en toeslagschulden per maand meer moeten aflossen. Nu de kostendelersnorm niet is ingevoerd in de beslagvrije voet, maar wel wordt ingevoerd in de berekening van de betalingscapaciteit leidt dit tot de bizarre consequentie dat vrijwillig aflossen van belastingen en toeslagen in bepaalde situaties ongunstiger is dan loonbeslag en verrekening.

Incassokosten overheid begrensd

Voor de overheid als schuldeiser gaat per 1 januari 2018 dezelfde staffel voor incassokosten gelden als bij private schuldeisers. Dus niet 15% over de hele hoofdsom, maar: 15% over de eerste € 2500, 10% over de volgende € 2500, etc.

Er gelden wel een aantal afwijkende regels:

  • De incassokosten worden in rekening gebracht bij het uitbrengen van het dwangbevel.
  • Het minimumbedrag ad. € 40 incassokosten geldt niet voor de overheid. Bij een hoofdsom van € 100 mag dus maximaal € 15 aan incassokosten worden berekend.
  • De buitengerechtelijke kosten mogen volgens de toelichting op het Besluit alleen berekend worden wanneer ze daadwerkelijk zijn gemaakt;
  • Er mag alleen BTW over de buitengerechtelijke kosten berekend worden, wanneer de invordering is uitbesteed en er geen recht op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds bestaat;
  • Naast de buitengerechtelijke kosten mogen nog apart kosten voor het verzenden van een aanmaning berekend worden.

Bron: www.schuldinfo.nl / Andre Moerman