Vanaf 2 oktober publiceert de ECB de Euro Short Term Rate (€STR), een eendaagse referentierente. Deze nieuwe rentebenchmark vormt een belangrijk onderdeel van de maatregelen in antwoord op de zogenoemde LIBOR-affaire, die heeft kunnen ontstaan doordat referentierentes kwetsbaar bleken voor manipulatie. Met de nieuwe €STR versterkt de ECB de basis voor betrouwbare referentierentes in het eurogebied, wat bij kan dragen aan een verder herstel van vertrouwen in de financiële markten.
Waarom zijn referentierentes belangrijk?
Referentierentes zijn belangrijk omdat ze standaardisatie bieden. Daarmee verlagen ze de transactiekosten in de financiële sector; het gebruik van referentierentes voorkomt dat partijen voor elk financieel contract moeten onderhandelen over een referentiepunt voor afrekening. Referentierentes zoals EONIA, LIBOR en tal van andere rentebenchmarks in de financiële markten, worden dan ook voor veel verschillende producten gebruikt. Professionele beleggers gebruiken dergelijke rentes bijvoorbeeld bij zogenoemde renteswaps om de variabele rente te bepalen. Maar ook consumenten hebben producten gelieerd aan referentierentes, zoals de variabele rente bij hypotheken.
Op weg naar de €STR
In reactie op aangescherpte regelgeving worden wereldwijd de belangrijkste rentebenchmarks hervormd. Kern van de nieuwe regelgeving is dat referentierentes vanaf 2022 op transacties gebaseerd zijn in plaats van op beïnvloedbare inschattingen van een panel van geldmarkthandelaren. De twee belangrijkste referentierentes in het eurogebied, EONIA en Euribor (looptijden van een week tot een jaar), voldoen hier in hun huidige vorm niet aan. Waar Euribor nog kan worden hervormd om te voldoen aan de nieuwe eisen, is voor EONIA een alternatief ontwikkeld: de €STR.
De €STR wordt bepaald op basis van data die de 50 grootste banken in het eurogebied dagelijks aanleveren bij het Eurosysteem – de komende jaren wordt dit uitgebreid met transacties van meer banken. Ten opzichte van EONIA is de €STR gestoeld op een bredere samenstelling. Voor de €STR worden naast transacties tussen banken, namelijk ook transacties van banken met andere financiële instellingen meegenomen, zoals een verzekeraar die aan het einde van de dag geld bij de bank stalt. Daarnaast meet de €STR de rente die banken betalen aan financiële partijen om voor één dag ongedekt geld te lenen, terwijl EONIA juist transacties meet waarbij banken geld voor een dag uitlenen. Als gevolg van deze verschillen in methodologie ligt het €STR-tarief momenteel ongeveer 8,5 basispunt (0,085 procentpunt) lager dan EONIA (zie figuur 1).
Figuur 1 – De €STR is minder gevoelig voor afwijkende transacties dan EONIA (in %)
Ook is het dagelijkse handelsvolume met gemiddeld ruim EUR 30 mrd een veelvoud van het dagelijkse EONIA-volume (zie figuur 2). Dit maakt de €STR veel minder vatbaar voor afwijkende transacties dan EONIA en daarmee ook een stuk robuuster.
Figuur 2 – De €STR is robuuster dan EONIA vanwege groter onderliggend volume (in EUR mrd)
Transitie van EONIA naar de €STR uitdagend
EONIA zal per 2022 niet meer bestaan. Daarom moeten gebruikers zo snel als mogelijk overstappen op alternatieven, zoals de €STR. Dit is een grote uitdaging. Contracten ter waarde van EUR 20.000 mrd moeten worden herzien en tal van complexe interne systemen moeten worden aangepast. Daarom hebben de AFM en DNB financiële instellingen aangespoord om zich goed voor te bereiden op de transitie en over te gaan op geschikte vervangende referentierentes zodra deze beschikbaar zijn. De terugkoppeling van DNB en de AFM aan de sector toont dat veel instellingen zich aan het voorbereiden zijn, maar dat ook een deel nog een been moet bijtrekken om voor 2022 gereed te zijn.
De financiële sector zal alle zeilen bij moeten zetten om tijdig alle aanpassingen door te voeren. Als voornaamste gebruiker van referentierentes is de financiële sector primair aan zet. De tijdslijnen zijn ambitieus, maar haalbaar indien de financiële sector zich hiervoor voldoende inspant. Het is in eenieders belang dat de financiële sector tijdig over kan stappen op betrouwbare en robuuste referentierentes.
Bron: DNB