De NEVI PMI® daalde in mei licht van 57.8 naar 57.6: het laagste cijfer sinds januari, maar nog steeds één van de hoogste noteringen van de afgelopen zes jaar. Er was een forse toename te zien van de nieuwe orders uit zowel binnen- als buitenland.
De productie groeide flink, zij het in de kleinste mate in vier maanden. De grootste groei werd genoteerd bij de investeringsgoederen. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor het eerst in zeven maanden en de voorraad gereed product voor het eerst sinds december 2016. De werkgelegenheid groeide iets minder dan vorige maand, maar de groei bleef sterk. De inkoopprijsinflatie daalde naar het laagste niveau in zeven maanden. De stijging van de verkoopprijzen was de kleinste in 5 maanden, maar bleef aanzienlijk. Tot slot waren de bedrijven uitermate positief over de vooruitzichten voor groei.
Nieuwe orders index
Het aantal ontvangen nieuwe orders in de Nederlandse productiesector steeg in mei fors. Deze stijging was bovendien groter dan de vorige maand en lag ruim boven het totale onderzoeksgemiddelde van zeventien jaar. Er zijn aanwijzingen dat de verbetering van de economische omstandigheden heeft geleid tot een toename van de vraag.
Nieuwe export orders index
Er was in mei sprake van een forse toename van het aantal nieuwe export orders, wat blijkt uit de seizoensmatig aangepaste Nieuwe export orders index die ruim boven de geen-veranderingsgrens van 50.0 uitkwam. Ondanks de derde lichte daling op rij, bleef de index boven het onderzoeksgemiddelde op lange termijn. Sommige panelleden gaven aan dat zij meer hebben geëxporteerd naar Aziatisch landen.
Productie niet gereed index
Het laatste onderzoek laat zien dat de Nederlandse producenten in mei hun achterstanden begonnen weg te werken. Dit was bovendien de eerste daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk in zeven maanden. Ruwweg 16% van de panelleden maakte melding van kleinere achterstanden, tegenover 13% die een toename noteerde.
Redactioneel commentaar hoogleraar Arjan van Weele
De grafiek van de NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) laat het laatste kwartaal een vrijwel vlakke lijn zien: in mei handhaafde deze index zich op het hoge niveau van 57.6 (voorgaande twee maanden: 57.8). Een waarde boven 50 betekent dat inkoopmanagers (aanzienlijk) meer volume in de markt hebben gezet dan de voorgaande maand. Een index lager dan 50 wijst op het tegenovergestelde. Het gaat dus onverminderd goed met de Nederlandse industrie. Orderportefeuilles, zowel vanuit binnen- als buitenland, liepen verder vol. De industrie draait op vol volume, waardoor men veel nieuwe personeel moet aannemen (werkgelegenheidsindex kwam uit op 55.4). Een groot probleem vormen de levertijden, die almaar oplopen. Inkopers, die hun volumes niet goed voor langere termijn hebben afgedekt, zullen naar mijn verwachting in problemen komen. Volle orderportefeuilles en lange levertijden leiden uiteraard tot stijgende verkoopprijzen, die ook nodig zijn om oplopende inkoopprijzen van grondstoffen en componenten te compenseren. De Nederlandse industrie gaat een mooie zomer tegemoet: de perspectieven daarna lijken gunstig. Reden waarom ik mijn rapportcijfer handhaaf op 8.0.
Bron: NEVI