De brutowinst voor belasting van niet-financiële bedrijven kwam in het derde kwartaal van 2018 uit op 67,2 miljard euro. Dat was 4,7 miljard euro meer dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder en het hoogste bedrag sinds het begin van de metingen in 1999. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
De cijfers over de brutowinst voor belasting zijn niet gecorrigeerd voor seizoeneffecten. In het tweede kwartaal is de winst doorgaans lager omdat in dat kwartaal vakantiegelden worden uitbetaald.
Meer winsten van buitenlandse dochters
De brutowinst voor belasting is gelijk aan de operationele winst plus het inkomen uit vermogen, zoals renteopbrengsten, dividenden en winsten van dochtermaatschappijen, minus de betaalde rente en enkele betalingen aan de overheid, onder meer in verband met de aardgaswinning en erfpacht. De stijging van de winst ten opzichte van een jaar eerder kwam deels door een toename van ontvangen dividenden en winsten van dochtermaatschappijen met 2,1 miljard euro. Deze toename komt geheel op het conto van de winst van buitenlandse dochters, die 2,7 miljard euro hoger was dan in het derde kwartaal van 2017. Vooral Shell maar ook enkele andere bedrijven zagen hun inkomsten uit het buitenland stevig toenemen. Voor een deel was de hogere buitenlandse winst incidenteel. De renteontvangsten van de niet-financiële bedrijven waren hoger dan een jaar eerder en de rentebetalingen lager.
Ook operationele winst op recordniveau
De operationele winst van de niet-financiële bedrijven was, ondanks een toename van de loonkosten, in het derde kwartaal 1,8 miljard euro hoger dan in het derde kwartaal van 2017. De toename van de loonkosten wordt mede veroorzaakt door de groei van de werkgelegenheid. Met 47,8 miljard euro was ook de operationele winst hoger dan ooit tevoren. Vooral uitzendbureaus, computerservicebedrijven, bedrijven in de groothandel en bedrijven in de gezondheidszorg boekten hogere operationele winsten dan in het derde kwartaal van 2017.
Van de brutowinst voor belasting betalen niet-financiële bedrijven onder meer vennootschapsbelasting. In het derde kwartaal van 2018 betaalden de niet-financiële bedrijven ongeveer evenveel belasting als in dezelfde periode een jaar eerder.
De winst na betaling van de belastingen kunnen de bedrijven aanwenden voor investeringen en besparingen, of dividenduitkeringen aan aandeelhouders. De investeringen in vaste activa waren 1,3 miljard euro hoger dan in het derde kwartaal van 2017. De niet-financiële bedrijven hebben 0,2 miljard euro minder dividend uitgekeerd dan een jaar eerder.
Bron: CBS