Een kwart van de Nederlanders belegt momenteel. Zo’n 10 procent van hen is daar recent mee begonnen. Van de respondenten met minder dan € 2000 spaargeld, belegt een kwart en dat vindt het Nibud zorgwekkend.
Dit meldt het instituut in het rapport De coronacrisis en ons geld, waarin het Nibud heeft bekeken wat de invloed van de lockdowns op de portemonnee is geweest. Het Nibud concludeert dat het overgrote deel van de Nederlanders (63 procent) nog net zo moeilijk of makkelijk kan rondkomen. 20 procent komt nu moeilijker rond dan voor de coronacrisis en 17 procent makkelijker. Slechts een klein gedeelte (31 procent) heeft het spaargeld zien groeien. Dit zijn vooral de hogere inkomens.
Niet beleggen zonder vangnet
Het Nibud ziet dat opvallend veel mensen onder de 35 jaar zijn gaan beleggen de afgelopen tijd. En dat naast het kwart dat al belegt, nog eens 13 procent van de Nederlanders dit wil gaan doen. Met name de hogere inkomens beleggen, maar van de beleggers heeft ook 18 procent een laag inkomen. 22 procent van de mensen die zegt moeite te hebben met rondkomen, belegt. Het Nibud benadrukt daarom nog eens extra de noodzaak van voldoende buffer, waar mensen makkelijk bij moeten kunnen als ze gaan beleggen. Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud: ‘We maken ons met name zorgen over de jonge beleggers zonder vangnet. We weten hoe verslavend het in de gaten houden van de koersen kan werken. En hoe hoog de stress is die mensen kunnen krijgen als de koersen dalen en ze geen buffer hebben om op terug te vallen. Als maatschappij moeten we willen voorkomen dat de groeiende populariteit van beleggen leidt tot schulden met alle gevolgen van dien.’
Financieel gezien weinig veranderd
Financieel gezien is er voor het merendeel van de mensen weinig veranderd. Het percentage dat moeite heeft met rondkomen (34 procent) is slechts een fractie lager dan 3 jaar geleden, in 2018 was dat 38 procent. Onder hen veel mensen met een lager inkomen (63 procent), maar ook 24 procent van de mensen met een hoger inkomen zegt moeite te hebben met rondkomen. Bijna de helft (46 procent) van de Nederlanders zegt dat ze door de lockdowns niet meer geld hebben overgehouden. Een kwart zegt wel meer te hebben overgehouden en dat zijn met name de hogere inkomens.
Lagere inkomens hebben vooral mínder geld overgehouden en zeggen überhaupt nooit geld over te houden. Het Nibud maakt zich zorgen over het idee dat er bij veel mensen leeft dat iedereen zoveel geld heeft overgehouden door de lockdowns. ‘Deze peiling laat zien dat slechts een klein gedeelte van de samenleving er financieel beter van is geworden. En dat zijn met name de hogere inkomens. Vooral onder de lagere inkomens zien we mensen die hun inkomsten kwijt zijn en geen spaargeld meer over hebben,’ zegt Vliegenthart.
Let op de kwetsbaren in de samenleving
1 op de 5 mensen komt nu moeilijker rond dan voor de coronapandemie. Zij zeggen dat dit voornamelijk komt doordat ze minder inkomsten hebben. Hun besteedbaar inkomen is maandelijks al snel tot zo’n € 500 lager, omdat ze minder uren kunnen werken of werkloos zijn geworden. Het Nibud wijst er in het rapport op dat we alert moeten zijn op de kwetsbaren in de samenleving. Het Nibud ziet dat het aantal betalingsproblemen bij de meeste mensen hetzelfde is gebleven. En dat een aantal zaken ook vaker lijken voor te komen dan in 2018. Zo is het aantal mensen dat zegt dat zij de huur of hypotheek te laat hebben betaald, verdubbeld: van 9 naar 18 procent. En ook zegt 10 procent nu vaker rood te staan dan voor de lockdowns.
De belangrijkste feiten over spaargeld op een rij:
- 40 procent heeft nu net zoveel spaargeld als voor de lockdowns.
- 31 procent heeft meer spaargeld.
- 18 procent heeft nu minder spaargeld.
- 7 procent had al geen spaargeld.
- 24 procent van de Nederlanders spaart niet.
- 76 procent van de Nederlanders spaart wel.
- 42 procent van hen spaart een vast bedrag; doorgaans € 250 per maand.
- 34 procent van hen spaart alleen als ze geld overhouden; doorgaans € 150 per maand.
Achtergronden bij het onderzoek
Voor dit onderzoek naar heeft het Nibud 1.041 respondenten van 18 jaar en ouder ondervraagd met een online vragenlijst. De netto streekproef is representatief voor Nederlanders, qua geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. De respondenten zijn geworven via het panel Dynata. De definitie van lage inkomens zijn alleenstaanden met een inkomen tot € 1.500 en paren met een inkomen tot € 2.000.
Bron: Nibud