In 5 jaar tijd is het percentage kinderen dat hun zakgeld digitaal krijgt, fors gestegen. Alleen van de 6- en 7-jarigen ontvangt nog ruim 70 procent contant zakgeld. Van de 8- en 9-jarigen krijgt nog maar de helft het zakgeld volledig contant – ruim een kwart minder dan in 2018. Dat blijkt uit het onderzoek Financiële opvoeding 2023 van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en Rabobank.

‘Bij digitaal geldverkeer komt best veel kijken als je je kinderen financieel wegwijs wilt maken’, zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. ‘Hoe werkt een bankrekening en hoe betaal je digitaal, maar ook risico’s en financiële weerbaarheid horen daarbij. Met je kinderen praten over geld en geldzaken is daarom belangrijker dan ooit.’

Hogere zakgeldbedragen

In 2023 geeft 93 procent van de ouders regelmatig zakgeld. De hoogte van het zakgeld is voor het eerst in jaren toegenomen. Zo krijgt een 7-jarige nu tussen de € 1,40 en € 2,30, in 2018 lag dat bedrag tussen € 1 en € 2. Voor 11-jarigen is de stijging nog hoger: zij kregen toen tussen de € 2 en € 2,30 en nu een bedrag tussen € 2,30 en € 3,50.

Verschuiving van contant naar digitaal

Ten opzichte van 5 jaar geleden zien we een verschuiving in de manier waarop 8- en 9- jarigen hun zakgeld ontvangen. In 2018 kreeg nog 77 procent van hen het zakgeld contant, nu is dat nog 49 procent. De rest krijgt het óf helemaal digitaal (28 procent tegenover 15 procent in 2018) of deels digitaal en deels contant (22 procent tegenover 8 procent in 2018). Ook bij de 10- en 11-jarigen zijn de verschillen met 2018 fors.

Ouders geven aan dat het makkelijker is om zakgeld op een vast moment te geven als ze het overmaken. Ook gaan ze over op digitaal zakgeld als ze in hun omgeving merken dat anderen dat ook doen. Alleen de jongste kinderen krijgen nog overwegend contant zakgeld. Belangrijkste reden hiervoor is de tastbaarheid van het contante geld.

Bankzaken

Iets meer dan de helft van de kinderen heeft een bankrekening waar ze zelf bij kunnen. ‘Dit onderzoek laat zien dat digitaal bankieren een onmisbaar onderdeel is van de financiële opvoeding’, aldus Michiel Kwaaitaal, hoofd betalingsverkeer bij Rabobank.

‘De beste manier om te leren omgaan met geld, is door zelf ervaring op te doen. Zelf pinnen voor een ijsje, zelf sparen voor dat skateboard of de game die je graag wilt hebben en je zakgeld digitaal ontvangen: allemaal manieren voor kinderen om vertrouwd te worden met geld in dit digitale tijdperk. Als banken vinden wij het belangrijk dat kinderen dit in een veilige omgeving kunnen ervaren.’

Kinderen met een eigen bankrekening gebruiken nog niet allemaal een bankapp. Kwaaitaal: ‘Met de app van je bank hou je je saldo en je bij- en afschrijvingen in de gaten en de ouders kijken mee via hun eigen bankapp. Als je daar op jonge leeftijd mee begint, wordt het vanzelf een goede gewoonte.’

Van de kinderen met een eigen bankrekening heeft slechts 55 procent ook een eigen spaarrekening. Het Nibud adviseert om bij de betaalrekening ook een spaarrekening te openen. Dat maakt sparen makkelijker en dankzij de online spaarpotjes ook overzichtelijker.

Zakgeld helpt

Uit het onderzoek blijkt ook dat kinderen die zakgeld krijgen, meer bezig zijn met geld en geldzaken dan kinderen die geen zakgeld krijgen. Ze ontwikkelen daardoor meer vaardigheden dan kinderen die niet op regelmatige basis deze inkomsten hebben. Zo hebben ze vaker een eigen bank- en spaarrekening met pinpas, mogen ze vaker pinnen en online betalingen doen en checken ze vaker uit zichzelf hun saldo. Ook maken ze vaker een spaarplan én doen ze vaker klusjes.

Vliegenthart: ‘Voor omgaan met geld geldt echt dat jong geleerd oud gedaan is. Zodra kinderen een bankrekening hebben, is het belangrijk om zo gauw mogelijk vertrouwd te raken met alles wat daarbij hoort. Alleen dan kun je er goed gebruik van maken. We zien nu dat zakgeld als bron van regelmatige inkomsten daar echt een cruciale rol in speelt.’

Veiligheid

Het hebben van een bankrekening en een pinpas betekent ook dat kinderen daar bewust mee moeten leren omgaan. In vergelijking met 2018 hebben ouders er nu minder vertrouwen in dat hun kind veilig met de pinpas en de pincode omgaat. Van de ouders wist 5 jaar geleden 72 procent nog zeker dat hun kinderen (tot 12 jaar) niemand lieten meekijken als ze hun pincode intoetsten. Nu is dat percentage een stuk lager: 57 procent.

‘Ook al gebruiken we allemaal onze pincode een stuk minder vaak dan vroeger, het blijft belangrijk om hem geheim te houden’, zegt Vliegenthart. ‘Net als de inlogcode van je bankapp en van andere apps en zeker die van je telefoon als je daarmee kunt betalen. Ben je je daarvan op jonge leeftijd al bewust, dan helpt je dat later ook als je nepberichten van de bank krijgt waarin om allerlei privé-informatie wordt gevraagd.’

Weerbaarheid

De meeste ouders weten wat phishing en skimmen is en hebben gehoord van geldezels. Toch praat een ruime meerderheid van hen hier niet met hun kind over. Het Nibud vindt het belangrijk dat ouders bij dit onderdeel van de financiële opvoeding hulp krijgen. De technologische ontwikkelingen in online criminaliteit gaan immers razendsnel. Ouders geven zelf aan dat zij heel graag willen weten hoe andere ouders ‘het doen’. Financiële instellingen kunnen hier meer aandacht aan besteden in hun voorlichting.

Ook de invloed van reclames die kinderen op social media zijn, blijven wat onderbelicht. ‘Erover praten helpt om het te leren herkennen en het te kunnen negeren. Wat is het doel van reclame? Is een aanbieding echt een aanbieding? Waarom prijst een influencer een product aan? Hier een open gesprek met je kind over voeren helpt ze verleidingen te doorzien’, aldus Vliegenthart.

Praten over geld

Vrijwel alle ouders vinden de financiële opvoeding belangrijk en zien het ook als hun taak. Ze willen graag dat hun kinderen ervaren hoe het is om rond te moeten komen met een beperkt budget. Dat zien we terug in de toename van het percentage ouders dat zakgeld geeft. Daarnaast is ervaren hoe je goed met geld kunt omgaan op deze leeftijd veilig omdat ouders kunnen meekijken. Ook praten bijna alle ouders met hun kinderen over geld.

Het Nibud begrijpt dat sommige onderwerpen voor ouders makkelijker bespreekbaar zijn dan andere zoals de risico’s waar kinderen mee moeten leren omgaan. Nibud-directeur Vliegenthart: ‘Op allerlei manieren wordt aan het geld van jongeren getrokken. Je kunt het ze niet kwalijk nemen als het een keer mis gaat. Belangrijk is dat niemand zich hiervoor hoeft te schamen, ouders ook niet, maar dat ze er vooral met elkaar over praten zonder een oordeel te vellen.’

Bron: Nibud