Het Nibud steunt de oproep van de grote steden om huishoudens meer ruimte te geven om een buffer op te bouwen. De vier grote steden hebben in een brief aan staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken) en minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) gevraagd de zogenoemde kwijtscheldingsnorm te verhogen.
Het normbedrag dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten publiceert, is dat alleenstaanden niet meer dan 992 euro op hun rekening mogen hebben en echtparen niet meer dan 1.417 euro. Het Nibud adviseert huishoudens om minimaal 3.550 euro achter de hand te hebben. Deze buffer is bedoeld voor uitgaven waarvan je weet dat ze gaan komen, maar niet precies wanneer. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het vervangen van de cv-ketel, een nieuwe wasmachine of vloerbedekking. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen die beschikken over een buffer minder snel financiële problemen krijgen.
Verhogen van vermogensgrens voor de kwijtschelding
De door het Nibud geadviseerde bedragen liggen hoger dan de vermogensgrens voor de kwijtschelding. Hierdoor zou het huishouden geen recht op kwijtschelding hebben. Dit is een ongewenste situatie, zowel voor de belanghebbende als voor de gemeente. Het verhogen van de vermogensgrens voor de kwijtschelding, wanneer de wet daar de mogelijkheid toe biedt, is dus in het belang van alle partijen.
Het Nibud ondersteunt daarom de oproep van de G4 en biedt zich aan om mee denken over een geschikt alternatief.
Bron: Nibud