Het Nibud verwacht dat volgend jaar het aantal consumenten met financiële problemen zal toenemen.
Veel consumenten hebben de afgelopen jaren zoveel moeten inleveren dat deze lichte koopkrachtstijging het verlies van de afgelopen jaren niet goed maakt. Het Nibud heeft de afgelopen jaren het aantal huishoudens met betalingsproblemen en geldzorgen zien stijgen. De reserves zijn letterlijk op. Een koopkrachtstijging had deze huishoudens wat lucht kunnen geven. Vooral gezinnen in de bijstand hebben het zwaar en komen structureel geld tekort. Ook in 2015 hebben zij niet voldoende inkomen om alle noodzakelijke kosten te kunnen betalen.
2015 voor niet-werkenden een zwaar jaar
Niet-werkenden krijgen het in 2015 financieel gezien zwaarder dan dit jaar. Bijstandsgerechtigden, werklozen en gepensioneerden gaan er bijna allemaal in koopkracht op achteruit in 2015. Dit blijkt uit koopkrachtberekeningen van het Nibud op basis van de miljoenennota. Het Nibud maakt zich zorgen over het feit dat bijna alle bijstandsgerechtigden volgend jaar minder te besteden hebben dan dit jaar. Het Nibud constateerde al eerder dit jaar dat gezinnen op bijstandsniveau structureel geld tekort komen. Ook stellen waarbij één van de partners werkt en de ander niet leveren fors in in 2015. Alle overige groepen gaan er volgend jaar bijna allemaal licht op vooruit.
Bijstandsgerechtigden leveren in
Het Nibud ziet bij huishoudens in de bijstand koopkrachtdalingen van twee euro tot zesentwintig euro per maand. Deze daling wordt veroorzaakt door het feit dat de bijstand niet volledig meestijgt met de lonen en prijzen. Alleenstaande ouders krijgen 250 euro per maand minder bijstand. Dit verlies wordt gecompenseerd door een hoger kindgebonden budget. Dit is voor huishoudens met twee of meer kinderen hoger dan voor huishoudens met één kind. Een alleenstaande ouder met 1 kind gaat er daarom het meest op achteruit. Eén type huishouden gaat er op vooruit: het huishouden met twee of meer kinderen onder de achttien jaar in de bijstand. Zij profiteren van de verhoging van het kindgebonden budget en gaan er rond de tien euro per maand op vooruit. Toch is deze koopkrachtstijging niet genoeg om alle kosten van te betalen. Het Nibud constateerde eerder dit jaar al dat deze gezinnen maandelijks vijftig euro te kort komen om alle noodzakelijke kosten te betalen.
Koopkrachtdaling voor stellen waarbij er één werkt
Stellen waarbij de ene partner werk heeft en de ander niet moeten extra opletten volgend jaar. Het Nibud ziet bij deze huishoudens koopkrachtdalingen tot min drieënvijftig euro per maand. Deze huishoudens hebben vooral last van het feit dat ze minder heffingskortingen krijgen. Stellen waarbij beide partners werken, hoeven minder belasting te betalen dan stellen waarbij een partner werkt.
50 euro minder per maand voor middeninkomens
Werkenden gaan er in de meeste gevallen een of twee tientjes per maand op vooruit. Dit geldt niet voor huishoudens met een inkomen tussen 25.000 en 40.000 euro bruto per jaar. Zij gaan er zo’n veertig tot vijftig euro per maand op achteruit. Dit komt omdat zij geen zorgtoeslag meer krijgen. Het recht op zorgtoeslag wordt sneller afgebouwd, naarmate het inkomen hoger wordt. Het Nibud raadt huishoudens aan om goed te controleren of zij in 2015 nog zorgtoeslag krijgen, zodat zij hier tijdig op kunnen anticiperen. Deze middeninkomens hebben het relatief zwaar omdat zij ook geen recht op huurtoeslag hebben.
Forse koopkrachtstijging voor werkende alleenstaande ouder
Een groep die er fors op vooruit gaat, is de alleenstaande werkende ouder. Het Nibud ziet bij deze huishoudens met een inkomen rond het minimumloon (20.000 euro bruto per jaar) een koopkrachstijging tot 179 euro per maand. Dit komt doordat de omzetting van heffingskortingen voor alleenstaande ouders in een hoger kindgebonden budget voor hen gunstig uitpakt.
Alleenstaande ouderen in de plus
Voor het eerst sinds 2010 ziet het Nibud dat alleenstaande ouderen met alleen een AOW-uitkering of met een klein aanvullend pensioen erop vooruit gaan. Weliswaar lichtjes met een tientje per maand, maar toch opvallend omdat ouderen de afgelopen jaren hun koopkracht alleen maar hebben zien dalen. De andere vijfenzestigplussers zien voor het zesde jaar op rij hun koopkracht dalen. Het Nibud ziet koopkrachtdalingen van min één euro per maand tot min zevenenveertig euro. Dit komt voornamelijk doordat de aanvullende pensioenen niet genoeg stijgen om de prijsstijgingen te kunnen compenseren.
Koopkrachtdaling voor huishoudens met zorgkosten
Voor huishoudens die zorgkosten hebben, verandert er volgend jaar veel. De AWBZ-zorg verschuift naar de zorgverzekeringswet (verpleging en verzorging), de Wmo (begeleiding en dagbesteding) en de nieuwe Wet langdurige zorg. Huishoudens met extra zorgkosten die een beroep doen op de Wmo, moeten rekening houden met een koopkrachtdaling in 2015. Dit komt omdat de korting van 33% op de eigen bijdrage van de AWBZ/Wmo wordt afgeschaft. Voor lagere inkomens (tot ongeveer 25.000 euro bruto per jaar) is het koopkrachtbeeld ongeveer 0,5 procent negatiever. Voor hogere inkomens is de koopkrachtdaling groter. Ook wordt er bezuinigd op de huishoudelijke hulp in de Wmo. In een aantal gemeenten moeten mensen dit zelf gaan regelen. Gemeenten kunnen hiervoor bijspringen. Maar als gemeenten niets doen, loopt de koopkrachtdaling op tot 10 à 15 procent.
Bron: Nibud