‘Vereenvoudig de systemen, maak het makkelijk’
Mbo-studenten lopen inkomsten uit zorgtoeslag en belastingteruggave mis. Vaak hebben ze recht op deze inkomsten, maar maken ze geen gebruik van de regelingen. Een derde van de mbo’ers heeft geen zorgtoeslag en twee derde doet geen belastingaangifte. Dit blijkt uit het Nibud Mbo-onderzoek 2021. Dit geldt vooral voor studenten op niveau 1 en 2 en in mindere mate voor mbo’ers op niveau 3 en 4. ‘Dat maakt de niveau 1 en 2-studenten financieel kwetsbaar. Als je geen zorgtoeslag aanvraagt, ontbreekt er zomaar €1.000 per jaar op je rekening,’ zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart.
Onwetendheid over aangifte en toeslag
Slechts een derde van alle mbo-studenten heeft het afgelopen jaar belastingaangifte gedaan. Studenten met een bijbaan krijgen vaak geld terug als zij aangifte doen, gemiddeld zo’n €180 per jaar. Mbo’ers op niveau 1 en 2 doen minder vaak aangifte dan mbo’ers op niveau 3 en 4. ‘Heel veel volwassenen op allerlei niveaus zoeken hulp bij hun belastingaangifte. Het is dus niet raar dat jongeren hier ook hulp bij nodig hebben,’ aldus Vliegenthart. Een op de drie mbo’ers vraagt geen zorgtoeslag aan, een kwart van hen weet niet wat zorgtoeslag is. Ook hier hebben studenten op niveau 1 en 2 minder vaak zorgtoeslag dan studenten op niveau 3 en 4.
Onwetendheid over studiefinanciering
Alleen studenten die de beroepsopleidende leerweg volgen (bol) komen in aanmerking voor studiefinanciering. Bbl-studenten (die de beroepsbegeleidende leerweg volgen) zijn tijdens hun opleiding aan het werk en ontvangen geen studiefinanciering. Voor bol-studenten op niveau 1 en 2 is de studiefinanciering altijd een gift, maar twee derde van de bol-mbo’ers die niveau 1 en 2 volgen, weet dit niet. Een deel van de studenten voor wie de gift is bedoeld, ontvangt hem niet. 38 procent van de bol-studenten zonder aanvullende beurs heeft niet uitgezocht of ze deze konden aanvragen. Bijna de helft van hen weet niet dat die mogelijkheid er is. Het studentenreisproduct moeten bol-studenten zelf stopzetten als ze klaar zijn met hun opleiding. Slechts de helft van hen weet dat. Zetten ze hem niet zelf stop en reizen ze ermee, dan krijgen ze daarvoor een boete.
Achterstanden en schulden
Het Nibud ziet een daling in het percentage studenten met schulden (zoals roodstand en betalingsachterstanden, exclusief studieschuld), van 37 procent naar 28 procent. Mogelijk is de coronapandemie hier deels oorzaak van, ook mbo’ers gaven in de lockdowns minder geld uit dan anders en spaarden meer. ‘Een kwart heeft nog altijd financiële problemen,’ zegt Vliegenthart, ‘en het is de vraag of deze daling structureel zal zijn. We vinden het verontrustend om te zien dat studenten op niveau 1 en 2 vaker schulden hebben dan andere studenten. Zij zijn ook de groep die het vaakst inkomsten missen en maken misschien daardoor onnodig schulden.’
Vereenvoudiging systeem
Om financiële problemen bij mbo-studenten te voorkomen, vindt het Nibud het noodzakelijk dat het studiefinancieringsstelsel sterk wordt vereenvoudigd. Studenten op niveau 1 en 2 zouden de studiefinanciering bijvoorbeeld kunnen ontvangen zonder hem te hoeven aanvragen, op eenzelfde manier als waarop ouders kinderbijslag ontvangen. De kinderbijslag is immers ook een gift. Om ervoor te zorgen dat studenten op alle niveaus zorgtoeslag kunnen aanvragen en belastingaangifte kunnen doen, is ook hier vereenvoudiging noodzakelijk. Daarnaast ziet het Nibud hier ook een rol voor de omgeving van de mbo-student. Werkgevers die mbo’ers in dienst hebben voor een bijbaan zouden bijvoorbeeld hun (deeltijd)personeel bij de uitgifte van de jaaropgave structureel kunnen steunen in het doen van aangifte.
Achtergronden bij dit onderzoek
In 2015 deed het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) voor het laatst onderzoek naar de geldzaken van mbo-studenten. Herhaling van dit onderzoek geeft een actueel beeld van de financiële situatie en het financiële gedrag van deze studenten anno 2021. Aan het onderzoek deden 1.212 studenten tot 30 jaar mee van zowel de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) als van de beroepsopleidende leerweg (bol). Deze groep is representatief voor alle mbo-studenten in Nederland wat betreft leeftijd, geslacht en het opleidingsniveau binnen het mbo. Een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksopzet en een overzicht van de achtergrondkenmerken staan in bijlage 1 van het onderzoek. Het Mbo-onderzoek 2021 is financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Bron: Nibud