Meer passende en betaalbare woningen, dat is het streven van het kabinet. Het Nibud is blij dat een betaalbaar huis voor iedereen bovenaan de agenda is gezet. In 2019 luidde het Nibud de noodklok toen we zagen dat een kwart van de huurders in Nederland, ruim 800.000 huishoudens, zulke hoge woonlasten betaalt dat zij te weinig geld overhouden om alle andere kosten voor levens-onderhoud te kunnen betalen. Nu de inflatie rond de 8 tot 9 procent is, vreest het Nibud dat dit aantal is gestegen.
Het Nibud vindt het daarom een goed streven van minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting dat mensen met een laag inkomen niet meer dan 20 tot 30 procent van hun (huishoud)inkomen kwijt zijn aan de huur. We vinden het ook een goed plan dat er meer betaalbare woningen komen voor mensen met een middeninkomen.
Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat huishoudens al snel 40 tot 65 procent van hun netto jaarinkomen kwijt zijn aan hun vaste lasten. Ook mensen met een gemiddeld inkomen hebben nu steeds vaker moeite met rondkomen.
Essentieel om geldproblemen te voorkomen
De ambitie om bij meer mensen de woonlasten te laten aansluiten bij hun inkomen, vindt het Nibud één van de belangrijkste voorwaarden om geldproblemen te voorkomen. De basis voor de plannen van de minister zijn de huur-inkomensberekeningen van het Nibud.
We benadrukken dat het belangrijk is om bij het toewijzen van een passende huurwoning, naast het inkomen ook naar huishoudsamenstelling en de vaste uitgaven te kijken. Het is goed dat er eenvoudige streefwaarden zijn om afspraken te maken over betaalbare huren, maar daarbij is het belangrijk dat er ook rekening wordt gehouden met individuele situaties. Een paar met een maandinkomen van
€ 2.000 per maand heeft meer geld om uit te geven aan wonen, dan een paar met hetzelfde inkomen en 3 kinderen.
Bron: Nibud
