De NEVI PMI in daalde augustus naar 51.7, waar juli nog 53.5 had laten zien. Hoewel dit nog steeds een groei van de Nederlandse productiesector betekende, was het een flinke afvlakking en het laagste cijfer in 13 maanden.
De toename van de productie was de kleinste in ruim een jaar. Ook de groei van de nieuwe orders nam af, hoewel de exportorders even fors toenamen als vorige maand. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde in de grootste mate sinds juli 2013.
De werkgelegenheid steeg voor de vijfde maand op rij, maar was wel de kleinste stijging in die periode. De voorraad gereed product was wederom groter dan de maand ervoor. De voorraad ingekochte materialen bleef dalen, en wel het sterkst sinds mei 2013. Toch was er sprake van een uitbreiding van de inkoopactiviteiten, zij het de kleinste in de huidige groeiperiode van 13 maanden. De levertijden werden opnieuw aanzienlijk langer.
De inkoopprijzen stegen voor de derde maand op rij, en wel in de grootste mate sinds januari. De verkoopprijzen daalden daarentegen voor het eerst in zes maanden. De sterke concurrentie werd over het algemeen als reden genoemd.
Redactioneel commentaar Prof dr Arjan van Weele, NEVI Hoogleraar Inkoopmanagement
Na een korte opleving vorige maand (53.5), registreerde de NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) over augustus een waarde van 51.7 (een waarde > 50 wijst op groei van de bedrijfsactiviteiten). Conclusie op basis van de cijfers van de afgelopen 6 maanden: de groei van de industrie vlakt af. Maar: er is nog zeker sprake van toename van de bedrijfsactiviteiten! Hoe komt dat?
In de eerste plaats door de onverminderd sterke export. In de tweede plaats door de iets minder sterk groeiende maar toch behoorlijke binnenlandse vraag. De omzet groei in de industrie wordt vooral behaald in de sector van de investeringsgoederen. Veel minder in de sector van consumptie goederen.
Exportgroei wordt hoofdzakelijk gerealiseerd in Europa en Azië. Deze sterke vraag vertaalt zich in hogere productie- en inkoopvolumes. Met als gevolgen: een lichte stijging (voor de vijfde achtereenvolgende maand) van de werkgelegenheid en een sterker wordende inkoopprijsinflatie (met 54.1 het hoogste niveau in 7 maanden).
Vooral de prijzen van energie en grondstoffen liepen de afgelopen maand op. Bedrijven varen nog steeds scherp aan de wind: men houdt de voorraden laag, en bestelt pas onderdelen bij leveranciers als de verkooporder binnen is. Dit resulteert in nog altijd lange levertijden. De internationale concurrentiedruk houdt de verkoopprijzen scherp.
Mijn verwachting voor de komende maanden: een rustige nazomer met lagere groeicijfers tot het eind van het jaar. Niettemin verlaag ik mijn rapportcijfer van 7.6 naar 7.5.
Bron: NEVI