De NEVI PMI® kwam in april uit op 57.8, gelijk aan het cijfer van maart. Hiermee komt de huidige periode van groei op bijna vier jaar.
De groei van de productie was iets kleiner dan in de vorige maand, maar bleef aanzienlijk in vergelijking met het gemiddelde op lange termijn. Het aantal orders steeg sterk, maar deze stijging was wel de kleinste in drie maanden. De groei van de werkgelegenheid was aanzienlijk en lag dicht bij de groei in februari, toen het hoogste niveau in zes jaar werd bereikt.
Er kwam deze maand een eind aan de periode van vijf maanden waarin de verkoopprijsinflatie toenam. De prijsstijgingen waren echter nog steeds aanzienlijk. De inkoopprijsinflatie bleef hoog, al was deze stijging de kleinste in vier maanden. De levertijden verslechterden opnieuw en deze verlenging was de grootste in zes jaar. De inkoopactiviteiten namen aanzienlijk toe en de voorraad ingekochte materialen steeg behoorlijk. Het optimisme van de Nederlandse producenten was iets minder groot dan de vorige maand, maar bleef aanzienlijk.
Drie deelindices uitgelicht:
Productie index
De gegevens voor april laten een forse stijging zien van de productieomvang bij de Nederlands industriële bedrijven. Hiermee komt de huidige trend van groei op vier jaar. Historisch gezien lag de laatste toename duidelijk boven het onderzoeksgemiddelde op lange termijn, maar was deze iets kleiner dan in de vorige onderzoeksperiode.
Verkoopprijs index
De seizoensmatig aangepaste Verkoopprijs index daalde in april voor de eerste keer in zeven maanden, waarmee een eind kwam aan de recente tendens van hogere verkoopprijsinflatie. De inflatie was echter nog steeds fors en lag ruim boven het onderzoeksgemiddelde. Er waren aanwijzingen dat de bedrijven de stijgende grondstofkosten bleven doorberekenen aan hun klanten.
Inkoopprijs index
De inkoopprijsinflatie in de Nederlandse industrie in april was de kleinste tot nu toe in 2017. De toename van de gemiddelde kostendruk bleef aanzienlijk en lag boven het historische onderzoeksgemiddelde. Van de drie onderzochte subsectoren was er bij de producenten van halffabricaten sprake van de grootste inkoopprijsinflatie.
Redactioneel commentaar prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven
Gaat de groei van de Nederlandse industrie al afvlakken? Deze vraag lijkt gerechtvaardigd na bijna 4 jaar onafgebroken toename van ordervolumes. Het antwoord luidt ontkennend. Neen, de groei van omzet en werkgelegenheid gaat onverminderd door getuige de NEVI Purchasing managers Index (PMI) over april. Deze kwam uit op hetzelfde hoge niveau als vorige maand: 57.8! (een waarde > 50 wijst op toename van de industriële bedrijvigheid; een waarde < 50 op afname). Ruim hoger dan het onderzoeksgemiddelde over de afgelopen 12 jaar. Het beeld is identiek aan de voorgaande maanden: ordervolumes zowel uit binnen- als buitenland namen verder toe (nieuwe order index: 57.5 en exportorderindex: 56.9), waardoor de bezettingsgraad van de industrie verder verbeterde. Hogere productievolumes leidden tot meer inkoop van grondstoffen, halffabrikaten en componenten, hetgeen de inkoopprijsinflatie verder aanwakkerde (68.3). Op vrijwel alle inkoopmarkten hebben inkopers nu te maken met prijsstijgingen die uiteraard doorberekend worden in de verkoopprijzen. Het aantal banen in de industrie nam verder toe (werkgelegenheid index april : 56.6).
Hoe scoort de Nederlandse industrie ten opzichte van andere landen? Zonder meer goed: de Duitse PMI kwam uit op 58.2, die van de Eurozone op 56.8 en China rapporteerde 51.2. De wereldeconomie zit dus sterk in de lift. Reden waarom het positieve sentiment in Nederland nog wel even zal aanhouden. Reden ook waarom ik mijn rapportcijfer handhaaf op 8.0.
Bron: NEVI