ICS, uitgever van creditcards, merkt op dit moment nog niet veel van de kredietcrisis. Nederlanders lenen bescheiden en ICS is altijd al alert op de betalingsmoraal.
International Card Services is marktleider in het uitgeven van creditcards in Nederland. ICS verzorgt de uitgifte, promotie, administratie en transactieverwerking van creditcards. Jan van Veen (53), Corporate Director Credit Cycle, heeft de markt zien groeien. Toen hij in 1991 bij ICS begon, ging het over 140.000 ‘kaartjes’. Nu geeft ICS bijna 2,2 miljoen creditcards uit, ook in co-branded programma’s met onder andere ANWB, Bijenkorf, Fortis Bank, Piet Zoomers en BMW.
Wat merkt u van de economische crisis?
‘Nog niet zo heel veel. De groei zit er bij ons nog steeds in. De creditcard is een betaalmiddel, geen middel om groots te lenen. In de Verenigde Staten is dat anders. Daar zijn enorme limieten. Bij ons zijn het eigenlijk allemaal small tickets met lage limieten – 1500 tot 2500 euro – waardoor het eenvoudiger terugbetalen is. Dat kun je niet vergelijken met Groot-Brittannië of de VS. Wij kijken toch iets calvinistischer tegen lenen aan.’
Het is nog geen tijd voor scherpere kredietlimieten en een strenger acceptatiebeleid?
‘Nee. Anders dan veel andere bedrijven monitoren wij vanaf het begin hoe het met de klant gaat. Dat deden wij altijd al. Zodra we signalen krijgen dat het wat minder is, nemen we contact op met de klant en kijken we wat er aan de hand is. Het beleid dat we altijd al hanteren, werpt nu zijn vruchten af. En de acceptatiegraad… We zijn niet strenger geworden. We hebben nog steeds tegen de 80 procent goedkeuring.’
De crisis heeft dus nog geen gevolgen?
‘Ik denk dat we er meer van gaan merken op het moment dat meer mensen werkloos worden. Dan is het evident dat er meer achterstand gaat ontstaan. Je ziet een vertraagd effect: wordt men vandaag werkloos, dan probeert men de creditcard zo lang mogelijk als betaalmiddel te houden, in de hoop zo snel mogelijk weer aan het werk te komen. Maar op een gegeven moment houdt het op. Tot op dit moment gaat het redelijk goed.’
Hoe ziet u de toekomst van het verstrekken van consumptief krediet?
‘Ik denk dat de regelgeving zal toenemen. In België is het, naar mijn persoonlijke mening, nu al overgereguleerd. Daar zie je door de regels het bos niet meer. Ik ben bang dat dat hier ook gaat gebeuren. De overheid kijkt vaak alleen naar de dingen die fout gaan en baseert daar de regelgeving op. Maar dat staat niet in verhouding tot alles wat goed gaat.
Als er op de 100.000 kredieten in vijf gevallen iets niet goed is gegaan, wil dat natuurlijk niet zeggen dat de hele business niet deugt. Het lijkt een beetje alsof men denkt dat kredietverstrekkers het zelf kennelijk niet zo erg vinden om kredietverliezen te lijden. En uiteraard, als je iets fout hebt gedaan, moet je dat netjes oplossen. Daar is een scala aan mogelijkheden voor.’
Zijn die regels iets voor de sector zelf of moet de overheid het voortouw nemen?
‘Het is goed dat er regelgeving is en dat er controles zijn. Maar je moet de goede middenweg zoeken. Ik denk dat de sector een actievere rol moet spelen. De VFN is heel goed in staat regels uit te vaardigheden, bijvoorbeeld over het herstel van je eigen fouten.’
Bron: www.creditexpo.nl