Bijna de helft (48 procent) van de Nederlandse huurders denkt nooit een huis te kunnen kopen. Voor de meeste huurders is sparen voor een koophuis geen prioriteit. Dat blijkt uit een internationaal (Engelstalig) onderzoek (PDF, 17 pagina’s) van ING.
Van de ondervraagde Nederlanders vindt 89 procent het belangrijker om voor andere dingen dan een koophuis te sparen. Zij sparen vaker voor hobby’s, reizen, het aflossen van studieschulden of het krijgen van kinderen. Volgens de onderzoekers komt dat doordat velen het sparen voor de aankoop van een huis als een enorme uitdaging gezien.
Koopwoning vaak onhaalbaar
Het Nibud zag eerder in eigen onderzoek dat de hoogte van het inkomen ervoor zorgt dat huurders de stap naar een koopwoning niet makkelijk kunnen zetten. De hoogte van de hypotheek die zij kunnen afsluiten, sluit niet aan op het aanbod van betaalbare koopwoningen. Ook blijkt uit dit onderzoek uit 2019 dat een kwart van de huurders financieel klem zit vanwege te hoge woonlasten. Hierdoor lukt het ze vaak ook niet om spaargeld apart te zetten. Ook moeten huishoudens voldoende eigen geld meebrengen. Een groot deel van de huurders heeft minder spaargeld dan de minimale buffer die het Nibud adviseert.
Nederlanders meest pessimistisch
Van de 15 landen in het onderzoek, gaven Nederlanders het vaakst aan niet te verwachten ooit een huis te kunnen kopen. Daarna volgen de Belgen (45 procent) en Duitsers (43 procent). In het zuiden en oosten van Europa zijn mensen positiever. In Spanje verwachtte slechts 17 procent nooit te kunnen kopen, en in Roemenië 21 procent. Het Europees gemiddelde was 38 procent.
Lees het (Engelstalige) onderzoek hier.
Bron: Nibud