Met de zogenoemde Critical Raw Materials Act (CRMA) is de Europese Unie (EU) van plan om voldoende beschikbaarheid van kritieke grondstoffen, zoals lithium en kobalt, te gaan bereiken. Kritieke grondstoffen zijn nodig voor bijvoorbeeld batterijen, windmolens, halfgeleiders, medische hulpmiddelen, waterstofproductie, zonnepanelen en ledverlichting. Ook het Nederlandse kabinet heeft uitgesproken om risico’s op nieuwe afhankelijkheden aan te pakken. Voor sommige van deze kritieke grondstoffen zijn we momenteel afhankelijk van derde landen die 90% van de wereldproductie bezitten. In een voorstel maakt minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) zich sterk dat naast grondstoffen, ook halfproducten onderdeel moeten zijn van de CRMA.
Het heeft bovendien de voorkeur om bij het in Nederland en de EU opbouwen van meer raffinage-, verwerkings-, assemblage-, recycling- en transportcapaciteit samen te werken met andere grondstofrijke landen in plaats van uitsluitend zelf voorraden aan te gaan leggen. Het zogenoemde non-paper van Nederland is een voorstel om deze toekomstige wetgeving in te gaan vullen. De Europese Commissie verwacht in maart 2023 de CRMA te presenteren.
Minister Micky Adriaansens (EZK): “In toenemende mate is controle over kritieke grondstoffen naast economische invloed ook in te zetten als geopolitiek wapen. Daarom is het goed om op nationaal en EU-niveau hierover afspraken te maken. Dat moet dan wel effectief en toekomstbestendig zijn. Bijvoorbeeld door ook halfproducten mee te nemen die grotendeels uit één of meerdere kritieke grondstoffen bestaan. Bovendien is het belangrijk dat er steeds actuele analyses zijn welke grondstoffen en halfproducten kritiek zijn en wat onze toekomstige behoefte is.”
De minister vervolgt: “Het is dus geen verstandig uitgangspunt dat de overheid zelf op nationaal of Europees niveau voorraden gaat aanleggen. De toeleveringsketen is de expertise van bedrijven zelf. De CRMA is echter wel een middel om naast inzicht ook coördinatie te regelen. Bijvoorbeeld bij het spreiden van risico’s door via innovatie in te zetten op minder schaarse alternatieven, op circulariteit en op alternatieve leveranciers. Dat kan door samenwerkingen aan te gaan in EU-verband met landen in Latijns-Amerika en Afrika. Het gaat immers niet lukken om volledig zelfvoorzienend te zijn.”
Positie opbouwen in nieuwe grondstoffenketens
De ministerraad heeft in december ingestemd met de nationale grondstoffenstrategie om risico’s op nieuwe afhankelijkheden van grondstoffen en halfproducten aan te pakken. Nederland is op dit moment één van de meest concurrerende economieën. De Nederlandse industrie, logistieke sector en aanverwante bedrijven hebben wereldwijd al een sterke positie opgebouwd in traditionele grondstoffenketens zoals olie en staal. Het kabinet ziet kansen om ook een goede positie op te bouwen in de kritieke grondstoffenketens zodat Nederland en de EU minder afhankelijk zijn.
De Nederlandse bodem bevat zelf nauwelijks kritieke grondstoffen: deze zitten vooral in andere werelddelen en onder de zeebodem. Wel zijn elders in de EU grondstoffen als potentieel beschikbaar en zet Nederland zich in om deze beschikbaar te maken.
Bron: Rijksoverheid