Nederland behoort met Zwitserland, Singapore, Denemarken en Luxemburg tot de top 5 landen die over de beste basis beschikken voor het realiseren van duurzame economische groei. Deze landen zijn macro-economisch het meest stabiel, kennen een open economie en trekken voldoende investeringen aan. Bovendien beschikken zij over een gedegen infrastructuur, hebben zij een solide en transparante overheid en worden zij gekenmerkt door een hoog opleidingsniveau van de inwoners. En de landen zijn meer dan gemiddeld aangesloten bij de wereldhandel. Deze aspecten zorgen voor een solide basis die garant staat voor duurzame toekomstige economische groei en productiviteit en daarmee voor welvaart. Dit blijkt uit het onderzoek Growth Promise Indicators 2019 van KPMG, een analyse van de mogelijkheden die landen hebben om duurzaam te kunnen groeien en de mate waarin zij hiervan gebruik maken. Voor het onderzoek zijn 180 landen geanalyseerd. Singapore, Nieuw-Zeeland en Canada zijn de enige niet-Europese landen die een plaats in de top 10 bezetten. Europese grootmachten als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Frankrijk en ook de Verenigde Staten komen niet in de top 10 voor. “Vooral met onze open economie en de kwaliteit van onze infrastructuur gooit Nederland hoge ogen”, zegt Elbert Waller van KPMG Meijburg & Co. Waller: “Daarbij gaat het zowel om het transport als onze financiële en technologische infrastructuur.”
Handel en investeringen over de grens
Een belangrijk criterium waarop de groeipotentie van de landen is beoordeeld is de mate waarin zij open staan voor grensoverschrijdend zakendoen, verbonden zijn met de wereldeconomie en erin slagen om de juiste balans te vinden tussen nationale belangen en samenwerking met andere landen. Waller: “Een open economie zorgt immers voor handel met andere landen, faciliteert directe buitenlandse investeringen en zorgt ervoor dat landen in aanraking komen met nieuwe technologieën. Binnen Europa scoort Nederland op dit onderdeel goed. Onze omvangrijke buitenlandse handel en internationale investeringen bezorgen Nederland een hoge positie in de index. Een factor die ook zwaar weegt in de analyse is de aanwezigheid van kwalitatief hoogwaardige openbare instellingen. Krachtige publieke instellingen garanderen robuuste wetgeving, zowel voor burgers als ondernemingen, en zorgen voor een klimaat waarin ondernemingen graag investeren. Zonder een elementair stelsel van regels is het voor een moderne economie moeilijk om zich te ontwikkelen. In de uiteindelijke beoordeling speelt daarnaast de mate van corruptie binnen de overheid een rol, maar ook de effectiviteit en de mate waarin zij transparant is in de ontwikkeling van het beleid.”
People power
Economieën die beschikken over een arbeidspotentieel dat voorbereid is op de toekomst zijn in staat in hoog tempo te groeien. Waller: “Met de menselijke pijler in de index kijken wij vanuit twee invalshoeken naar het arbeidspotentieel van een land, de levensverwachting van de inwoners en de mate waarin een land erop kan vertrouwen dat het nu en in de toekomst de beschikking heeft over voldoende werknemers met de juiste vaardigheden. Op dit punt moet Nederland binnen de Top 5 alleen Singapore voor laten gaan. En waar er van oudsher grote verschillen waren tussen de gevestigde landen en de opkomende economieën zien we dat het gat steeds kleiner wordt: Over de afgelopen 10 jaar is het verschil met 25% gekrompen, vooral omdat jongeren langer op school blijven en kiezen voor vervolgopleidingen.”
Evenredige verdeling welvaart
De GPI-index geeft de leiders van landen en ondernemingen volgens Waller een goed beeld van de inspanningen die verricht moeten worden om hun duurzame economische groei naar een hoger niveau te brengen. Waller: “Bij het World Economic Forum in Davos keert ieder jaar de vraag terug hoe de wereldbevolking evenrediger kan profiteren van de economische groei. In dat kader geeft het onderzoek een goed beeld van de onderwerpen waaraan de individuele landen aandacht zouden moeten besteden. Tenslotte is het ook zinvol naar individuele opkomende markten te kijken, want de verschillen zijn groot. Zo zien we dat landen als India en de Verenigde Arabische Emiraten aan de weg timmeren. Vooral door meer transparantie, een verbetering in rechtspositie van het bedrijfsleven of een kwalitatief goede infrastructuur. Een bewijs van het feit dat ook opkomende markten bezig zijn solide bases te ontwikkelen voor stabiele economische groei.”
Bron: KPMG