In tien jaar tijd is weinig voortgang gemaakt met het naleven van de wettelijke verplichting tot deponeren van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel.

De dagelijkse stroom aan economische gegevens is nog nooit zo groot geweest en lijkt meer te worden met elke nieuwe crisis. Jaarcijfers, kwartaalcijfers, inkoopcijfers, productiecijfers, noem maar op.
Maar hoe zit het met de cijfers voor het beoordelen van het kredietrisico, de gedeponeerde financiële gegevens? Crediteuren spelen een belangrijke rol als financieringsinstrument voor organisaties.
Grote bedrijven ‘leggen’ eenzijdig steeds langere betalingscondities tot wel 120 dagen op. Dan is het nog belangrijker om het betalingsrisico te beoordelen. En daarvoor heb je onder andere financiële informatie nodig van recente datum.

Hoe zit het met de beschikbaarheid van ‘actuele’ cijfers?

Als we aan de hand van de gegevens van de Kamer van Koophandel de ontwikkelingen over een periode van tien jaar op een rij zetten, zien we het volgende patroon:

Zoals bekend, is het aantal bedrijven en organisaties dat verplicht is te deponeren de afgelopen jaren fors gestegen. Bovendien heeft ook het aantal nieuwe bedrijven een forse groei laten zien.
Het aantal deponeringsplichtigen is in tien jaar gestegen van ruim 430.000 in 2000 tot 790.000 in 2010. Het aantal bedrijven dat deponeert, is gegroeid van 350.000 naar 590.000 en het aantal dat binnen de termijn van dertien maanden deponeert, is nog sterker toegenomen: van 260.000 naar 520.000. Afgezien van het jaar 2008 stellen we forse groeicijfers vast. En zoals we kunnen vaststellen, is het boekjaar 2010 nog niet tot het gebruikelijke niveau gedeponeerd. Nog even geduld a.u.b.!

Op basis van deze informatie zou je concluderen dat de ontwikkeling positief is. In absolute aantallen is die conclusie inderdaad juist. Maar wat als de absolute aantallen in relatieve cijfers met percentages worden uitgezet in de tijd? Dan zien we een totaal ander patroon:

Toelichting

Uit de grafiek blijkt dat het deponeringsproces een vast patroon kent. Zowel het percentage bedrijven dat uiteindelijk deponeert als het percentage bedrijven dat binnen de daarvoor gestelde termijn deponeert, blijft redelijk constant. Rond de 80% deponeert en iets meer dan 60% deponeert binnen de daarvoor gestelde uiterste termijn van dertien maanden. Tijdens de recessie van 2002/2004 en de recessie na 2008 heeft ongeveer 80% van de bedrijven uiteindelijk gedeponeerd. Een kentering, of misschien lichte stijging, is vast te stellen in het aantal bedrijven dat tijdig deponeert. In 2010 was dat 66%, wat nog altijd lager is dan de 67% van 2002. De in 2008 uitgesproken verwachting dat de niet zo positieve economische ontwikkeling bedrijven zou stimuleren de cijfers (eerder) te deponeren, is in beperkte zin uitgekomen.

Deponeren over 2011 en 2012: ontwikkeling en verwachting

Hoe zal het deponeren van cijfers zich in de toekomst ontwikkelen? Recente publicaties over dit onderwerp – een persbericht van Graydon op 4 april jl. en artikelen in Het Financieele Dagblad op 2, 4 en 10 april – tonen aan dat er aandacht voor dit onderwerp is. Namen van niet of laat deponerende bedrijven worden zelfs genoemd. Ook het vermelden van namen van Tweede Kamerleden, advocaten, publieke figuren met BV’s, enzovoort wordt niet meer geschuwd. De FIOD is met 1.000 onderzoeken in 2011 actiever dan voorheen, ook al is dit een druppel op een gloeiende plaat; 1.000 onderzoeken op 200.000 niet deponerende bedrijven en 100.000 laat deponerende bedrijven kan nauwelijks indruk wekken. Het aantal opgelegde boetes zou 524 bedragen. Een pakkans van minder dan een half procent!

Veeleer zou het zinvol zijn dat de Kamer van Koophandel de bevoegdheid krijgt boetes op te leggen; in het uiterste geval zelfs de mogelijkheid om een vennootschap die bij voortduring weigert te deponeren, op te heffen. Het gegeven dat de naleving van de deponeringsplicht de afgelopen jaren slechts marginaal is verbeterd, leidt tot de conclusie dat het wenselijk is om uitvoering en handhaving van de wet aan te passen met hogere boetes.

Valt er nog iets meer te wensen?

Jazeker, een verkorting van de huidige termijn van maximaal dertien maanden. In België, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen gelden termijnen van maximaal zeven tot negen maanden na afsluiting boekjaar.


Auteur

Ir. Willem Jan Pepping, lid van de Haagse Commissie VVCM/VCMB.

 

 

Bron: De Credit Manager – jaargang 23 nummer 2