In het Westen wordt de term modernisering nauwelijks nog gebruikt, maar in China heeft deze nog altijd een krachtige werking. De Chinezen meten hun successen in termen van modernisering. In de eerste fase van modernisering gaat het om de industrialisatie en urbanisatie, terwijl de tweede fase gekenmerkt wordt door het streven naar kennis – en informatiemaatschappij. Het China Modernization Report van 2007 voorspelt dat China in 2015 zal zijn gemoderniseerd tot op het niveau van de ontwikkelde landen in 1960.
Een van de manieren om de enorme invloed van de modernisering op mensen te beschrijven is te kijken naar de invloed die één enkel modern apparaat op India heeft gehad: de mobiele telefoon. In december 2006 namen zeven miljoen Indiërs in één maand een abonnement voor mobiele telefonie; een absoluut wereldrecord. In 2010 is het aantal mobiele bellers tot ruim vijfhonderd miljoen gegroeid. Communicatie is in het nieuwe India de grote nivelleerder. Voor circa één eurocent kunnen Indiase boeren in afgelegen gebieden de prijzen voor hun producten controleren.

Ze bellen naar lokale markten om de beste afzetmogelijkheid te vinden en houden,
via hun mobiele telefoon, de prijzen van pompoenen of bananen in Londen en Chicago bij op internet. Boeren gebruiken cameratelefoons om foto`s te nemen van gewasziekten en sturen die via hun telefoon naar biologen, die de ziekteverwekker op hun beurt kunnen identificeren en daarvoor bestrijdingsmethodes adviseren. In steden hebben schilders, timmerlui en loodgieters die vroeger van deur tot deur gingen om werk te zoeken nu bijna meer werk dan ze aankunnen, omdat hun klanten hen onmiddellijk per mobiele telefoon kunnen bereiken!

Uit een in 2005 uitgevoerd onderzoek aan de London Business school blijkt dat tien extra mobiele telefoons per honderd mensen in een gemiddeld ontwikkelingsland leiden tot 0,59% extra groei van het nationaal product per persoon. Bereikbaarheid vertaalt zich dus in productiviteit. Dit doordat mensen die met elkaar verbonden zijn productiever worden.

In ontwikkelingslanden kun je constateren dat de bevolking niet afhankelijk is van hulp, maar de regering wel. Onze ontwikkelingshulp geeft regeringen in arme landen macht, zodat ze zich niet druk hoeven te maken om hun burgers. Ze zijn immers niet afhankelijk van de belastingen. De economie van Bangladesh (een land dat we associëren met armoede) is dankzij de mobiele telefoon met twee procent gegroeid. Dat is meer dan Bangladesh in totaal aan buitenlandse hulp ontvangt.

Bron: www.creditexpo.nl