Ondernemers zijn per definitie positieve mensen, die denken in kansen en mogelijkheden en gaan meestal niet snel bij de pakken neerzitten. Maar ondanks optimisme en een gezonde motivatie kan het roer ook wel eens omslaan en dan is het zaak om tijdig aan de bel te trekken.
Vaak weten ondernemers niet goed bij wie ze met hun (financiële) problemen terecht kunnen. Om die reden zijn onderneemsters Jannie van de Berg en Jacqueline Zuidweg in samenwerking met Start Foundation in maart 2014 met MKB Doorstart begonnen. In dit interview spreek ik met Jacqueline Zuidweg, eigenaar/directeur van Zuidweg & Partners en Zakenvrouw van het Jaar 2012, over ondernemerschap en wat MKB Doorstart precies kan betekenen voor ondernemers die dreigen in slecht weer terecht te komen.
Je bent niet geheel onbekend in ondernemend Nederland, maar kun je toch nog even kort iets over jezelf vertellen?
Jacqueline: “Ik ben ondernemer sinds 1994 en het is mijn droom en passie om alle Nederlandse ondernemers met financiële problemen er weer bovenop te helpen. In het begin lag mijn focus vooral op schuldsanering en het treffen van schuldregelingen. In de afgelopen 20 jaar hebben we via Zuidweg & Partners zo’n 30.000 ondernemers kunnen helpen. Ik heb in deze tijd uiteraard veel gezien en gehoord, maar ook veel ondernemerservaring opgedaan. Deze kennis en ervaring komt uiteindelijk weer ten goede aan de ondernemers die zich bij ons melden.”
Hoe ben je ooit in de schuldhulpverlening voor bedrijven verzeild geraakt en wat spreekt je hierin aan?
Jacqueline:” Tijdens mijn rechtenstudie heb ik een onderzoek gedaan naar de sanering van het toenmalige RSV concern. Rechten zelf vond ik nogal saai, maar deze invalshoek en dat je hiermee bedrijven kon helpen intrigeerde mij. Zo kwam ik na mijn studie per toeval te werken bij de toenmalige stichting Rechtsbijstand voor Ondernemers, dat later een commerciële koers ging varen en gericht was op voornamelijk grotere bedrijven. Ik werd er op een gegeven moment ook partner en verdiende een uitstekende boterham. Ondanks dat ik het werk leuk vond, kon ik er toch niet genoeg voldoening uit halen. Ik werkte in die tijd zo af en toe ook wel voor kleinere ondernemers en die waren na afloop soms enorm dankbaar dat je ze geholpen had. Dat raakte me, dus toen in 1994 de partnership uiteenviel, besloot ik om mij te gaan richten op het helpen van kleine ondernemers met financiële problemen. Met 6000 gulden startkapitaal heb ik mijzelf toen een jaar de tijd geven om de levensvatbaarheid van mijn onderneming aan te tonen en dat lukte, zij het op een beperkte schaal. Het is pas echt hard gegaan toen ik na een presentatie de gemeente Amsterdam als klant kreeg en zodoende veel ondernemers in zwaar weer – zeg maar bijzonder beheer zaken – kreeg doorverwezen. Zo ben ik ook de schuldhulpverlening ingerold. Ik ben blij dat ik destijds deze keuze gemaakt heb, want tot op heden doe ik dit werk nog steeds met erg veel plezier en motivatie.”
Waarom ben je (samen met anderen) MKB Doorstart begonnen?
Jacqueline: “Dit is eigenlijk een logisch gevolg uit mijn ervaring in de schuldhulpverlening voor ondernemers. Je moet er gewoon (veel) eerder bij zijn, om te voorkomen dat je als ondernemer in de schuldsanering terecht komt. Een belangrijk uitgangspunt van MKB Doorstart is, dat het een platform is waarbij iedereen (belastingdienst, banken, UWV, accountants) zich veilig kan voelen. Vandaar ook dat we gekozen hebben voor een stichting zonder winstoogmerk. De dienstverlening is in eerste instantie gratis voor de ondernemer. We zijn er ook best trots op, dat bovenstaande instanties ons aanbevelen op het moment dat zij vermoeden dat er problemen bij een ondernemer zijn.”
Wat is het verschil tussen Zuidweg & Partners en MKB Doorstart?
Jacqueline: “Zuidweg & Partners bevindt zich aan de achterkant van het proces en is bedoeld voor ondernemers waar het spreekwoordelijk al vijf over twaalf is. MKB Doorstart zit aan de voorkant en is gericht op continuïteit van de bestaande ondernemingsactiviteiten en het behoud van werkgelegenheid. Hier kan het tij dus nog ten goede gekeerd worden en trachten we te voorkomen dat een in grondbeginsel levensvatbare onderneming omvalt.”
Zodra een ondernemer zich bij MKB Doorstart aanmeldt, hoe gaat het dan verder in zijn werk?
Jacqueline: “Ondernemers die bij MKB Doorstart terecht komen hebben vaak te kampen met (tijdelijke) tegenslag, hebben werkkapitaal of extra kapitaal nodig om hun groei te financieren of hebben coaching nodig om hun ondernemersvaardigheden aan te scherpen. Op het moment dat een onderneming zich aanmeldt op de site van MKB Doorstart wordt er binnen 24 uur contact opgenomen. Een (ervaren) ondernemingsadviseur houdt vervolgens een uitgebreid telefonisch intakegesprek met de ondernemer, om in kaart te brengen wat er precies aan de hand is. Vervolgens wordt de ondernemer in contact gebracht met een bedrijfskundige voor een Quick Scan-analyse.. Daarbij wordt niet alleen naar het financiële plaatje gekeken, maar ook naar de vaardigheden van de ondernemer en wordt een korte marktanalyse gemaakt. In welke markt opereert de onderneming en welke positie neemt zij daar in. Aansluitend volgt dan een rapportage met advies dat het beste past bij de behoefte van de ondernemer. Daarop volgt een warme overdracht naar een partij in de zgn. 2e lijn. Het advies en overdracht zijn mede afhankelijk van de grootte, levensfase en behoefte van de onderneming. Als bijvoorbeeld alternatieve financiering van belang is, dan brengen we de ondernemer via ons uitgebreide zakelijke netwerk in contact met een 2e-lijnspartij die daar goed bij aansluit. Dankzij de korte lijnen verloopt de matching vaak zeer succesvol (in 95% van de financieringsaanvragen komt een goede match tot stand).
MKB Doorstart is gratis voor ondernemers, maar wie betaalt de kosten? Kun je dat toelichten?
Jacqueline: “Voor de ondernemer is MKB Doorstart dit jaar en mogelijk nog tot en met 2016 gratis. De startgelden van MKB Doorstart zijn verstrekt door Start Foundation. De operationele kosten worden gedragen door zowel de banken als de overheid. Zij hebben er immers in meerdere opzichten baat bij dat ondernemers vooral door blijven gaan met ondernemen en werkgelegenheid creëren. Ik heb veel contact met de banken en met name afdelingen voordat bijzonder beheer met een dossier aan de slag gaat. Als je als ondernemer bij bijzonder beheer zit, is er toch sprake van een situatie van wantrouwen en dat schaadt de relatie aan beide kanten. Op een gegeven moment wordt er niet meer met elkaar gepraat en dat wil je zowel als bank en als ondernemer uiteraard voorkomen. In onze rol faciliteren wij daarom ook het herstel van communicatie en als dat moeilijk blijkt te zijn, dan gaan we kijken naar alternatieven. De banken, met ING en Rabobank voorop, staan open om in voorkomende gevallen de dialoog aan de gaan. Wij zijn daar zelf ook erg enthousiast over.”
Ondernemers met financiële problemen spreken daar vaak niet over. Heb je daar een verklaring voor?
Jacqueline: “Op falen rust een taboe, wat echt typisch Nederlands is. Er wordt amper over gesproken en men wil er ook het liefst niet over spreken (zie ook de recent door Jacqueline gelanceerde website www.vallenopstaanenweerdoorgaan.nl ). Het zit blijkbaar niet in ons standaard voorlichtingsysteem en mindset. Ter vergelijking, op de middelbare school kun je meestal nog een herexamen doen als je een eindexamen niet haalt. Als je echter als ondernemer faalt dan moet je direct maar verdwijnen, want je bent blijkbaar geen goede ondernemer. Tegelijkertijd moeten we niet vergeten, dat 50 procent van alle startende ondernemingen binnen vijf jaar ophoudt te bestaan. Binnen de groep ZZP’ers is het nog ernstiger, want hier is nog slechts ongeveer 35 procent actief na vier jaar. Wat opvallend en ook wel tegenstrijdig is, is dat mensen zich voor van alles verzekeren, maar niet als het om het opzetten en draaiende houden van een onderneming gaat. In de meeste gevallen ontbreekt het aan een plan B, voor het geval dat het misgaat. Met falen wordt ook geen rekening gehouden. Het idee is dat alles gaat lukken en dat de firma na enige tijd voor een aardig bedrag verkocht kan worden, dat dan als pensioen kan dienen. Helaas ziet de praktijk er niet zo uit. Dat een product of dienst niet aanslaat komt geregeld voor en daar houdt een meer ervaren ondernemer ook beter rekening mee.”
Hoe kan een ondernemer herkennen dat het wellicht niet zo goed gaat?
Jacqueline: “Het grootste probleem is dat ondernemers met financiële problemen zich vaak veel te laat melden. Uit mijn praktijkervaring heb ik vastgesteld dat een ondernemer met financiële problemen grofweg de volgende drie fasen doorloopt:
De ontkenningsfase. Op het moment dat de eerste signalen zich aandienen (zoals regelmatig overstand bij de kredietfaciliteit)), wordt dit door de ondernemer nog niet als een probleem gezien. Integendeel, men gaat er vaak ten onrechte vanuit dat de problemen van voorbijgaande aard zijn. Bovendien houdt men de problemen voor zichzelf en deelt deze niet met anderen.
De alarm- en schaamtefase. Op het moment dat de resultaten niet verbeteren en/of de markt verder verslechtert, komt in deze fase de afdeling Specifiek of Bijzonder Beheer van de bank in beeld. Bij de ondernemer dringt nu langzaam het besef door dat het niet goed gaat en hij of zij schaamt zich daar vaak ook enorm voor. Men ervaart dit immers dat je als ondernemer gefaald hebt. Dit gevoel wordt door de omgeving nog eens versterkt, want in Nederland rust nog altijd een taboe op het gegeven dat je ondernemer gefaald hebt. Je wordt ook vrij snel in een hokje geplaatst: je bent of een slechte ondernemer of je bent een oplichter. Dit stereotype denken draagt eraan bij dat de falende ondernemer liever niet over zijn/haar problemen spreekt.
En als laatste de actiefase. Dit is de fase waarin incassobureaus en deurwaarders prominent aanwezig zijn. In deze fase kan het ook tot beslaglegging komen. De ondernemer wordt nu gedwongen om actie te ondernemen, maar vaak weet hij/zij niet waar te beginnen. In de meeste literatuur en handboeken wordt merkwaardigerwijs ook niet vermeld wat je moet doen, mocht het onverhoopt toch niet goed gaat. Als ondernemers zich bij ons melden, vaak via de gemeente, dan zijn ze verbaast dat onze dienstverlening bestaat. Geregeld hoor ik de uitspraak: “Als ik eerder geweten had dat jullie er waren, dan had ik het niet zo ver laten komen”.
Dus als je als ondernemer je in het voorgaande herkent, wacht dan niet te lang met het zoeken van hulp.”
Hoe is het gesteld met de kwaliteit van ondernemerschap in Nederland? Heb je dat in de loop der jaren zien verbeteren of is het juist slechter geworden?
Jacqueline: “Naar verhouding vind ik dat de kwaliteit van het ondernemerschap is afgenomen. Dat heeft ook met marktontwikkelingen te maken en de enorme toename van het aantal starters. In 2005 waren er 50.000 startende ondernemers is dat in de recente jaren verdrievoudigd. Er zijn ook veel mensen ‘ondernemer’ geworden, omdat ze geen keus hadden en er als werknemer geen toekomst meer voor ze was. Het ondernemerschap is dan ingegeven zuiver vanuit de gedachte om geld te verdienen, terwijl dat naar mijn mening nooit een goede insteek is om een onderneming te beginnen. Ondernemerschap moet in je hart zitten. Je moet staan en gaan voor je ideeën, ook in minder goede tijden. Vanwege het ontbreken van de juiste motivatie, maar ook door slechte voorlichting en het ontbreken van een goed beeld van de klant, is het uitvalpercentage onder starters en ZZP’ers vaak erg hoog. Als bestuurslid van de Stichting Jong Ondernemen, wil ik daarom ook dat het ondernemerschap verankerd wordt in het onderwijs. Niet dat iedereen nu ondernemer moet worden, maar wel dat iedereen weet wat ondernemen is.”
Welke resultaten zijn er tot nu toe met MKB Doorstart behaald? Wat zijn de lange termijn verwachtingen van jullie programma?
Jacqueline: “Het slagingspercentage ligt op 95 procent (o.b.v. 1e resultaten tot en met 2014). Concreet betekent dit dat we 240 bedrijven succesvol hebben kunnen helpen, die zo’n 1000 arbeidsplaatsen vertegenwoordigen. We hebben met name goede resultaten geboekt op het gebied van financiering van groei- en werkkapitaal. De insteek is behoud van ondernemerschap en daarmee ook behoud van werkgelegenheid. Wij blijven de ondernemers volgen, ook nadat zij het programma succesvol doorlopen hebben. Zodoende blijven we op de hoogte welke impact ons programma op langere termijn heeft. Om de effectiviteit ook op wetenschappelijke basis te toetsen, werken we nu ook samen met Erik Stam, die werkzaam is als hoogleraar strategie, organisatie en ondernemerschap aan de Universiteit Utrecht. “
Ik kan me voorstellen dat als je een ondernemer er weer bovenop geholpen hebt, dit heel dankbaar werk kan zijn. Heb je een aardig praktijkvoorbeeld?
Jacqueline: “Ieder bedrijf dat we kunnen helpen is natuurlijk gaaf. Nog niet zo lang geleden was ik betrokken bij een ondernemer die feitelijk voldoende werk had, maar geen goed zicht had op de gemaakte uren. Het bleek dat hij geen voor- en nacalculatie op zijn klussen deed, waardoor hij vaak veel meer tijd aan een klus kwijt was dan dat hij vooraf kon inschatten (en dus ook te weinig in rekening bracht c.q. kon brengen). Wij hebben deze ondernemer toen geholpen door een calculatiesysteem op te zetten en zijn uurtarief een klein beetje aan te passen. Het resultaat is dat deze ondernemer nu draait als een trein. Een ander voorbeeld is een bedrijf met meer dan 100 werknemers, dat een krediet van 300.000 euro nodig had om te overleven. Uit onze intake bleek dat de eigenaar veel meer een productontwikkelaar was dan een manager van zijn onderneming, die op dat moment wel dringend nodig was. We hebben deze ondernemer toen geholpen bij de verkoop van zijn onderneming, waardoor de werkgelegenheid behouden bleef. Vervolgens is de ondernemer een nieuw bedrijf gestart, waar hij veel beter tot zijn recht kwam en hij ook weer perspectief kreeg. Het feit dat je mensen kunt helpen en dat ze je dankbaar zijn, vind ik bijzonder waardevol in dit werk.”
Wat zou je de lezer nog willen meegeven?
Jacqueline: “Voor het geval dat er onder de lezers van dit artikel ondernemers zitten die het op dit moment moeilijk hebben, zou ik ze op het hart willen drukken om niet bij de pakken te gaan neerzitten. Het hebben van een schuld betekent geenszins het einde van de wereld. Kijk naar de mogelijkheden die de toekomst te bieden heeft. Stel je hebt schulden en je zou morgen schuldenvrij zijn, wat ga je dan doen? Mensen hebben dan vaak allerlei ideeën en vanuit dat perspectief kun je gaan bouwen. Kijk niet alleen van binnen naar buiten, maar ook van buiten naar binnen. Wees eerlijk naar jezelf, deel je probleem met anderen en maak het bespreekbaar. Verzamel goede mensen om je heen, die je een spiegel kunnen voorhouden en zorg dat je met beide benen op de grond blijft staan. Op het moment dat niet goed gaat, ga dan terug naar de basis. Weet waar wil je naartoe wilt en ga ervoor!
Op donderdag 5 november aanstaande geeft Jacqueline Zuidweg tijdens de 11e editie van Credit Expo in het NBC Congrescentrum een presentatie over Vroegsignalering van financiële problemen bij MKB-ondernemers: de kracht van publiek-private samenwerking Mis het niet! Registreer nu alvast gratis via www.creditexpo.nl/event/registreren
Bron: www.creditexpo.nl