Met een verwachte economische groei van 3,5 procent in 2022 herstelt de Nederlandse economie zich opvallend snel van de coronacrisis. Het aantal mensen met werk is hoog, het aantal faillissementen historisch laag en de staatsschuld blijft binnen de perken. Vanwege de demissionaire status doet het kabinet alleen gerichte investeringen op terreinen waar dat niet kan wachten. Zo geven we geld uit om de klimaatverandering verder tegen te gaan. We investeren in de aanpak van criminaliteit, veiligheid en bescherming van bedreigde personen. En vanwege de krapte op de woningmarkt investeren we om voor de komende jaren een hogere bouwproductie mogelijk te maken.
De economie herstelt snel uit de coronacrisis en het bbp zit al dit jaar op het niveau van vóór de crisis. Ook volgend jaar is een forse economische groei voorzien. De overheidsfinanciën hebben de crisis goed doorstaan, ondanks de omvangrijke steunpakketten. Hoewel de overheidsschuld tijdens de coronacrisis is opgelopen, blijft deze door de eerder opgebouwde buffers binnen de perken.
Deze gunstige cijfers zijn te danken aan de enorme veerkracht van ondernemers, werknemers en van de samenleving als geheel. Ook de forse steunpakketten van de overheid hebben hun doel bereikt: behoud van banen en het zoveel mogelijk voorkomen van onnodige faillissementen.
Dit laat onverlet dat de coronacrisis een forse impact heeft gehad op het leven van alle Nederlanders. Zeker op dat van mensen die ziek zijn geworden, een naaste hebben verloren of inkomsten zijn kwijtgeraakt.
Kerncijfers
De verwachte bbp-groei is 3,9 % in 2021 en 3,5% in 2022. De werkloosheid is volgens de raming gemiddeld 3,4% dit jaar en loopt maar heel licht op tot 3,5% in 2022. De lage werkloosheid is goed nieuws en tegelijkertijd een uitdaging: bedrijven hebben meer moeite om aan goed personeel te komen.
De staatsschuld wordt voor 2022 geraamd op 57,7% en blijft daarmee onder de Europese grenswaarde van 60% van het bbp. Het overheidstekort neemt ook af. Waar het overheidssaldo dit jaar nog -6% zal bedragen, is het de verwachting dat dit -2,4% zal zijn in 2022.
Beleidsmaatregelen voor 2022
Klimaat
Het beperken van klimaatverandering vraagt om nog meer snelle actie. Hoe langer we wachten, hoe duurder oplossingen worden. Daarom zet het kabinet in deze Miljoenennota aanvullende stappen om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. In totaal investeert het kabinet ruim 6,8 miljard euro extra in klimaatmaatregelen, bovenop het bestaande klimaatbeleid. Een deel hiervan is nodig voor de uitvoering van het Klimaatakkoord. Het pakket is er voor de rest op gericht om verder uitvoering te geven aan het Urgenda-vonnis. Het kabinet is zich ervan bewust dat de komende jaren verder klimaatbeleid nodig is om de klimaatdoelen te halen. De maatregelen die het kabinet nu neemt, gegeven zijn demissionaire status, dragen hieraan bij.
Veiligheid
Ook investeren in veiligheid kan niet wachten omdat de ondermijnende criminaliteit een ontwrichtende werking heeft op de samenleving. Vanaf volgend jaar is er jaarlijks structureel 400 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Daarnaast is er vanaf 2022 extra geld beschikbaar om bescherming en veiligheid te versterken. Ook verhoogt het kabinet de vergoedingen van de sociale advocatuur om zo toegang tot en beschikbaarheid van rechtsbijstand te waarborgen. Daarnaast zet het kabinet in op de opleiding en training van militairen en zorgt voor voldoende beschikbare munitie.
Extra geld voor woningbouw
Het kabinet stelt vanaf 2022 100 miljoen euro per jaar beschikbaar voor 10 jaar om in deze periode het totale woningaanbod te vergroten.
Lastenverlichting
Het kabinet verlaagt structureel de lasten met 226 miljoen euro voor koopkrachtverbetering van sociale minima, eenverdieners en gezinnen. Daarnaast verlaagt het kabinet vanaf 2022 de verhuurderheffing met 30 miljoen euro per jaar.
Het demissionaire kabinet pakt hiermee de meest urgente zaken aan voor 2022. Maar er blijven structurele uitdagingen voor de toekomst, onder meer op het gebied van onderwijs, zorg, toeslagen en de arbeidsmarkt. Hoe daarmee verder te gaan is aan een volgend kabinet.
Bron: Rijksoverheid