Inspectie Justitie en Veiligheid publiceert onderzoek naar gezinnen toeslaggedupeerden
Problematische schulden en kinderarmoede zijn het gevolg wanneer een overheidsschuldeiser vorderingen incasseert zonder daarbij de ‘menselijke maat’ in het oog te houden. Daarom moeten rijk en gemeenten hun invorderingsbeleid ‘sociaal verantwoord’ vormgeven, schrijft de Inspectie Justitie en Veiligheid in het rapport ‘Het kind van de rekening‘.
Het onderzoeksrapport gaat na waarom kinderen uit gezinnen die toeslagen gebruikten en daarbij ten onrechte van fraude beschuldigd werden, te maken kregen met de Kinderbescherming. Daarvoor onderzocht de Inspectie de lotgevallen van 20 gezinnen.
Het rapport doet de volgende aanbevelingen aan rijk en gemeenten
- Versterk (bestaand) beleid om kinderarmoede terug te dringen met een focus op kinderen in gezinnen in kwetsbare sociaaleconomische omstandigheden.
- Voorkom dat problematische schulden en kinderarmoede ontstaan door overheidsincasso’s zonder menselijke maat. Draag daarom zorg voor een sociaal verantwoord systeem van inning van overheidsschulden.
- Waarborg gelijke toegang tot schuldhulpverlening voor alle gezinnen. Neem hierbij belemmeringen in de toegang tot schuldsaneringstrajecten zo veel mogelijk weg.
Geef gezinnen een regiehouder
Voor de samenwerking tussen gemeenten en organisaties in de jeugdbeschermingsketen (Veilig Thuis, lokale teams, kinderbescherming) bevat het rapport deze aanbevelingen:
- Maak mogelijk dat de noodzakelijk geachte hulp tijdig wordt ingezet. Zorg voor een toereikend (jeugd)hulpaanbod en voorkom wachtlijsten voor passende hulp.
- Administratieve en bureaucratische processen mogen niet tot vertraging of het stoppen van noodzakelijk geachte hulp leiden.
- Organiseer een regiehouder met duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling op álle ingezette hulp in een gezin en die eerste aanspreekpunt is voor het gezin en álle bij het gezin betrokken medewerkers werkzaam in het brede sociaal domein.
Door de overheid veroorzaakte armoede
“De Inspectie ziet dat bij de schuldeninning geen rekening is gehouden met de (financiële) situatie waarin deze gezinnen zich bevonden. Juist de gezinnen die voor hun bestaanszekerheid afhankelijk waren van toeslagen kregen door het systeem van schuldeninning geen toegang meer tot deze toeslagen. Hierdoor zijn veel van de onderzochte gezinnen door toedoen van de overheid in armoede beland”, aldus het rapport.
De armoede leidde tot nieuwe problemen: stress, bestaansonzekerheid en “geen perspectief op een schuldenvrije toekomst”. De kinderen leden daaronder, en dat was ‘meermaals’ aanleiding voor de kinderbescherming om in te grijpen, schrijft de Inspectie. Bij 17 van de 20 onderzochte gezinnen stelde de Inspectie vast dat de financiële problemen en de gevolgen daarvan een ‘kleine tot grote rol’ speelden in het proces dat leidde tot een kinderbeschermingsmaatregel.
Financiële hulp loste problemen niet op
Het rapport is kritisch over de impact van schuldhulpverlening en bewindvoering op de gezinnen. “In bijna alle onderzochte gezinnen was schuldhulpverlening onvoldoende effectief. Ook was bij het merendeel van de onderzochte gezinnen sprake van een veelheid aan ingezette hulp waardoor ouders werden overvraagd. Daarnaast was er wantrouwen bij de onderzochte gezinnen richting overheidsinstanties als gevolg van de dupering.”
“Schuldhulpverlening heeft de onderzochte gezinnen niet uit hun situatie van armoede en bestaansonzekerheid gehaald. De gevolgen van deze situatie, zoals langdurige stress en overbelasting, bleven daardoor onverminderd bestaan. Het samenspel van problematiek bleef onveranderd. Schrijnend is dat meerdere ouders vertellen over wanpraktijken van betrokken bewindvoerders waardoor hun financiële situatie juist verder verslechterde.”
Hulp belemmerd door wantrouwen
Het rapport bevestigt volgens de Inspectie waarnemingen uit eerder onderzoek naar mensen in armoede:
- wie op financieel gebied in een overlevingsstand zit, kan meestal niet tegelijk in een leerstand komen om problemen op andere leefgebieden aan te pakken.
- in de gezinnen heerste wantrouwen ten opzichte van de overheid, dat heeft mogelijk het effect van de aangeboden hulp belemmerd.
Meer aandacht voor financiële zorgen
Het onderzoek maakt ook duidelijk dat financiële zorgen meer aandacht verdienen bij de Kinderbescherming:
- er is geen standaard gespreksprotocol waarin gevraagd wordt naar financiële problemen.
- kinderrechters gaan er soms wel vanuit dat dit gedaan wordt, ze zien er in ieder geval zelf geen ruimte voor binnen hun taak.
Wanneer het “diepgaander uitvragen van financiële problemen” een grotere plaats krijgt, voorzien de onderzoekers wel een ander probleem. Ouders denken namelijk dat openheid over hun financiële problemen een kinderbeschermingsmaatregel langer laat duren of de kans groter maakt dat een kind uit huis geplaatst wordt.
Bron: NVVK