Bedrijven, instellingen en het hoger onderwijs gaven in 2016 bijna 14,3 miljard euro uit aan eigen Research en Development (R&D). Zo groot waren deze uitgaven nog niet eerder. Noord-Brabant is koploper qua private R&D-uitgaven. Ook besteden Nederlandse bedrijven steeds meer R&D uit in het buitenland. Dit blijkt uit nieuwste cijfers van het CBS over R&D en uit de recent verschenen Internationaliseringsmonitor.
In 2016 zijn de uitgaven van bedrijven, instellingen en het hoger onderwijs aan (eigen) R&D met ruim 4 procent gegroeid. Vooral bedrijven spendeerden meer aan R&D. Deze uitgaven namen ten opzichte van 2015 met 462 miljoen toe en kwamen uit op 8,1 miljard euro. Ook instellingen en het hoger onderwijs gaven meer uit aan R&D. Deze groei was, met 2 procent, bescheidener. Niet alleen de uitgaven aan R&D zijn gegroeid, ook het aantal arbeidsjaren dat hiermee is gemoeid nam toe, en wel tot ruim 133 duizend arbeidsjaren (3 procent).
R&D-intensiteit Nederland stabiel
Het is gebruikelijk om R&D-uitgaven af te zetten tegen het bruto binnenlands product. De R&D-intensiteit kwam in 2016 uit op 2,03 procent. De R&D-intensiteit is daarmee vrijwel even groot als in 2015 en 2014 (beide jaren 2 procent), maar hoger dan in de jaren daarvoor (1,9 procent). De ambitie van het kabinet is een R&D-intensiteit van 2,5 procent.
Met een R&D-intensiteit van 2 procent scoort Nederland rond het Europees gemiddelde. Landen als Zweden, Denemarken en Oostenrijk besteden een vergelijkbaar bedrag aan R&D als Nederland, maar afgezet tegen het bbp is de R&D-intensiteit in deze landen groter. Het Verenigd Koninkrijk en Italië geven meer uit aan R&D, maar de R&D-intensiteit is kleiner dan in Nederland.
Bedrijven laten meer R&D uitvoeren in het buitenland
Bedrijven kunnen hun productieproces opknippen en delen daarvan elders in de wereld opzetten. Dit kan ook gebeuren met de kennisintensieve delen van het proces of zelfs met een hele R&D-afdeling. De R&D-uitgaven van Nederland in het buitenland zijn tussen 2014 en 2016 met bijna een derde toegenomen, van bijna 1,5 miljard euro in 2014 naar 2,2 miljard euro in 2016. Bedrijven nemen het merendeel van de uitbestede R&D in het buitenland voor hun rekening.
Nederland ontvangt ook steeds meer R&D-gelden uit het buitenland. In 2014 ging het om 1,7 miljard euro, in 2016 2,2 miljard euro. Daarmee is ongeveer een zesde van de totale R&D-uitgaven in Nederland vanuit het buitenland gefinancierd. Nederland ontving vorig jaar dus vrijwel evenveel R&D-gelden uit het buitenland als het in het buitenland besteedde. Wel is er een duidelijk verschil tussen de R&D-bestedingen in het buitenland van het bedrijfsleven enerzijds en instellingen en hoger onderwijs anderzijds. Het Nederlandse bedrijven besteedt netto fors meer R&D uit in het buitenland, terwijl Nederlandse instellingen en hoger onderwijs netto-ontvanger zijn van R&D-gelden uit het buitenland.
Noord-Brabant koploper private R&D- uitgaven
Circa 30 procent van de private R&D-uitgaven komt voor rekening van bedrijven in Noord-Brabant. Samen met Zuid-Holland zijn bedrijven in deze twee provincies goed voor bijna de helft van de private uitgaven aan R&D. Noord-Holland staat op de derde plek.
In de regio Zuidoost-Noord-Brabant, de regio rond Eindhoven, is de R&D-activiteit van bedrijven het grootst. Daar is ruim 1,5 miljard euro besteed aan eigen R&D, en daar zijn 13 duizend arbeidsjaren bij ingezet. Binnen Noord-Holland is de regio Groot-Amsterdam dominant. Ongeveer de helft van R&D-activiteiten van bedrijven in Noord-Holland vindt in die regio plaats. Groot-Rijnmond en de agglomeratie ’s-Gravenhage zijn samen goed voor bijna de helft van de R&D-activiteiten van bedrijven in Zuid-Holland. In Groningen, Drenthe en Zeeland zijn de R&D-uitgaven afgezet tegen het bruto regionaal product het laagst.
Bron: CBS