De verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter heeft geleid tot ongeveer 25 procent meer rechtszaken met een belang tussen 5 duizend en 25 duizend euro. Dit blijkt uit het eindrapport over de evaluatie van de competentiegrensverhoging (Rijksoverheid.nl) in 2011. Toen werd de zogenoemde competentiegrens voor zaken waar de kantonrechter over mag beslissen, verhoogd van 5 duizend naar 25 duizend euro. De kantonrechter behandelt onder meer arbeidszaken, huurzaken en consumentenkoopzaken.
Spelregels
Zaken met een financieel belang van meer dan 5 duizend euro werden tot 2011 door de handelsrechter behandeld. Bij de handelsrechter gelden andere spelregels dan bij de kantonrechter. Zo is het bij de kantonrechter niet verplicht een advocaat in te schakelen. Ook mogen sommige onderdelen bij de kantonrechter mondeling worden gedaan en hoeft een verweerder geen griffierecht te betalen. Het effect van deze aanpassingen is nu onderzocht.
Conclusies
Er blijken sinds de verandering van de competentiegrens 20 tot 25 procent meer rechtszaken te zijn met een financieel belang tussen 5 duizend en 25 duizend euro. Deze zaken zouden dus niet aan de handelsrechter zijn voorgelegd. Het is niet mogelijk om te zeggen of dit volledig komt door de aanpassing van de competentiegrens, omdat tegelijkertijd de griffierechten voor deze zaken werden verlaagd (met maximaal 314 euro). Een tweede conclusie is dat het percentage zaken waarin geen verweer wordt gevoerd (verstekzaken), daalde van 62 naar 47 procent. Verder is de rechtsgang via de kantonrechter goedkoper: eisers waren in de oude situatie 3 duizend euro kwijt, in de nieuwe situatie is dat nog duizend euro.
Gevolgen
In de politieke discussie over de verhoging van de competentiegrens was veel aandacht voor de vraag wat de gevolgen zouden zijn van het feit dat mensen niet langer verplicht gebruik hoeven te maken van een advocaat. Zorgen waren er over de kwaliteit van de rechtshulp. Daarom is ook dit onderzocht. Hoewel de kwaliteit van de rechtshulp is gedaald, blijkt de tevredenheid van de rechtzoekenden over de ontvangen rechtshulp toegenomen. De verklaring is, volgens de onderzoekers, waarschijnlijk het feit dat mensen nu vrij zijn om te kiezen of ze hulp inroepen en zo ja van wie. In de oude situatie waren ze verplicht een advocaat in te schakelen.
Rechtvaardiger
De rechtsgang wordt, tot slot, als ‘rechtvaardiger’ beoordeeld. Dit treedt vooral op bij verliezende partijen: ze voelen zich beter geïnformeerd, beter gehoord en beter behandeld. ‘Het wordt wel als een ultieme taak van de rechter gezien de verliezende partij te overtuigen van zijn ongelijk. In dat licht is de bevinding dat met name bij verliezende partijen de ervaren procedurele rechtvaardigheid is toegenomen, een hoop gevende bevinding’, aldus de onderzoekers.
Bron: de Rechtspraak