Een zogeheten ingroeiquotum moet de man-vrouw verhouding in de raad van commissarissen van beursvennootschappen binnen enkele jaren zodanig veranderen dat de raad voortaan ten minste voor één derde deel uit mannen bestaat en voor tenminste één derde deel uit vrouwen.
Verder moeten grote naamloze en besloten vennootschappen passende en ambitieuze streefcijfers vaststellen om de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in de top en subtop van de onderneming evenwichtiger te maken.
Deze tijdelijke verplichtingen staan in een wetsvoorstel van de ministers Dekker voor Rechtsbescherming en Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Doel is de diversiteit in de top van het Nederlandse bedrijfsleven te vergroten. Het wetsvoorstel is in lijn met het – op verzoek van het kabinet uitgebrachte – SER-advies Diversiteit in de top: tijd voor versnelling.
Het kabinet constateert, net zoals de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Bedrijvenmonitor Topvrouwen, dat de resultaten al jaren structureel achterblijven, ondanks de aandacht van het bedrijfsleven voor het belang van diversiteit. Ook laat de praktijk zien dat (onbewuste) vooroordelen voor een ongelijke uitgangspositie zorgen. De resultaten zijn dusdanig teleurstellend dat het kabinet zich genoodzaakt ziet om ingrijpende maatregelen te nemen.
Het wetsvoorstel wordt na vijf jaar geëvalueerd en kent een horizonbepaling: acht jaar na inwerkingtreding vervallen het ingroeiquotum en de streefcijferregeling.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Bron: Rijksoverheid