Burn-outklachten komen meer voor bij vrouwen die manager zijn dan bij mannen met dit beroep. In 2015 had 14 procent van de vrouwelijke managers dergelijke klachten. Zij gaven bijvoorbeeld aan zich compleet uitgeput te voelen door hun werk of dat het veel van ze vergt om de hele dag met mensen te werken. Bij de mannen ging het om 10 procent. Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2015, die door CBS en TNO wordt uitgevoerd.
Van de 6,9 miljoen werknemers zijn er bijna 350 duizend manager van beroep. Van alle mannelijke werknemers heeft 7 procent een managementfunctie en van alle vrouwelijke werknemers 3 procent. Dit verschil hangt samen met het feit dat veel vrouwen vooral in deeltijd werken. Deeltijders zijn minder vaak manager dan voltijders. Als alleen gekeken wordt naar voltijders, dan hebben mannen en vrouwen bijna even vaak een managementfunctie: respectievelijk 9 en 8 procent.
Vrouwelijke managers voelen zich vaker leeg na werkdag
Mensen met burn-outklachten voelen zich opgebrand door hun werk. Dit kenmerkt zich door gevoelens van extreme vermoeidheid en uitputting, die worden gemeten met vijf enquêtevragen. Bij de vrouwelijke managers gaf bijvoorbeeld 29 procent aan zich meerdere keren per maand leeg te voelen aan het einde van een werkdag. Ook zei 17 procent regelmatig emotioneel uitgeput te zijn of moe in de ochtend bij confrontatie met hun werk. Bij mannen lagen deze percentages 4 á 5 punten lager. Andere vermoeidheidsverschijnselen komen minder vaak voor, maar ook meer bij vrouwelijke dan bij mannelijke managers.
Managers stellen minder burn-outklachten te hebben dan gemiddeld. Van alle werknemers zei 13 procent burn-outklachten te hebben in 2015. Onder managers was dat 11 procent. Wel is het verschil tussen mannen en vrouwen bij managers relatief groot. In de meeste andere beroepsgroepen ligt het ervaren van burn-outklachten bij mannen en vrouwen dichter bij elkaar.
Vrouwen ervaren hogere werkdruk
Vrouwen met een managementberoep melden niet alleen meer burn-outklachten, ze ervaren ook een hogere werkdruk. Vaker dan mannen in het management geven zij aan extra hard of erg snel te moeten werken, of heel veel werk te moeten doen. De werkdruk is vooral hoog in het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg, waar relatief veel vrouwelijke managers werken. Ook de emotionele belasting door het werk is in deze bedrijfstakken relatief hoog. Managers – vrouwen én mannen – hebben er relatief vaak te maken met een hoge werkdruk en emotioneel moeilijke situaties.
Vrouwelijke managers ervaren minder autonomie
Vrouwelijke managers geven ook vaker aan dat ze weinig zelfstandigheid ervaren in hun werk. Zo geven vrouwen veel minder vaak dan mannen aan zelf hun verlof en werktijden te kunnen bepalen. Dat vrouwelijke managers minder autonomie hebben, heeft er deels mee te maken dat ze oververtegenwoordigd zijn in de horeca en het onderwijs. In die bedrijfstakken is de autonomie relatief laag.
Bron: CBS