Huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet betalen in 2024 maximaal € 46,69 per gigajoule (GJ) voor hun warmte, inclusief btw. Dit is iets onder het prijsplafond van 2023 van €47,38 per GJ. Dat blijkt uit de berekening van het maximumtarief voor warmte door de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
Warmteleveranciers moeten met hun prijs altijd onder het door de ACM vastgestelde maximum blijven. Het prijsplafond houdt in 2024 op te bestaan. Daarom geldt het maximumtarief van € 46,69 per gigajoule (GJ) voor het totale verbruik. Dit is lager dan het maximumtarief van vorig jaar omdat de gasprijs lager is. Het variabele tarief voor warmte is namelijk gekoppeld aan de gasprijs voor huishoudens met een gasgestookte ketel. Naast het variabele tarief per GJ betalen warmteverbruikers ook vaste kosten voor hun aansluiting. Dit maximumtarief is ook gekoppeld aan de kosten voor huishoudens met een gasgestookte ketel en is in 2024 maximaal €618,82. Dat is 12,5% meer dan vorig jaar. Deze stijging komt omdat de kosten voor bijvoorbeeld het onderhoud en de afschrijving van een gasketel zijn gestegen.
In de huidige Warmtewet is vastgelegd dat de ACM de maximumtarieven voor warmte vast moet stellen op basis van de gemiddelde kosten van huishoudens met een gasgestookte ketel. Voor het maximumtarief per GJ moet de ACM daarom rekenen met de gemiddelde prijs voor een jaarcontract voor gas op 1 januari. De wetgever heeft deze verplichte koppeling met de gasprijs destijds ingevoerd om consumenten te beschermen tegen onredelijk hoge warmtetarieven. Dit wordt ook wel het ‘niet-meer-dan-anders’-principe genoemd.
Omdat deze koppeling met de gasprijs in de praktijk niet goed uitwerkt pleit de ACM al enige jaren voor aanpassing van de wet. In het concept wetsvoorstel Wet Collectieve Warmte (WCW) wordt gefaseerd van dit principe afgestapt en wordt voorgesteld om tarieven vast te stellen op basis van daadwerkelijke kosten van warmteleveranciers. De ACM vindt het belangrijk dat consumenten ook dan beschermd worden tegen extreem hoge tarieven en heeft de wetgever geadviseerd daarvoor aanvullende maatregelen te nemen.
Uit onderzoek van de ACM in 2023 bleek dat bijna alle vergunninghoudende leveranciers met hun vaste én variabele tarieven onder het wettelijke maximumtarief bleven. De ACM ziet er ook in 2024 op toe dat leveranciers in 2024 alleen het maximumtarief in rekening brengen als dat vanwege de gemaakte kosten noodzakelijk is en dat warmteleveranciers hier transparant over zijn naar hun klanten. De ACM houdt de tarieven van warmteleveranciers daarom scherp in de gaten en zal indien nodig onderzoek doen.
Bron: ACM