Infra-investeringen staan vandaag centraal in de BNR Mobility Week. Eerst bepleitte voorzitter Maxime Verhagen fors meer infrabudget in het programma Zakendoen, later op de dag staat BNR Bouwmeesters in het teken van provinciale verschillen qua investeringen in het wegennet.
“Van A naar B komen, dat lukt nog wel na 2020. Maar vraag niet hoe langzaam!” schetste Verhagen een dreigende toekomst. “Nu knipperen de cijfers ‘50’ nog boven alle snelwegen in de Randstad, omdat het nog net de uitzondering is. Die snelheid wordt in de spits de standaard. Het is dan goedkoper om bordjes met ‘50’ op de vangrails te plaatsen, in de Randstad en bij alle andere Nederlandse steden.”
“Waarom deze alarmkreet? In de komende jaren komen we onszelf keihard tegen op de weg en op het spoor. Letterlijk. Er komen 30% meer autokilometers bij en ook in de treinen wordt het 30% drukker.”
“Natuurlijk zeggen wij dit, als bouw- en infrasector. Alleen omdat wij er geld aan verdienen? Willen we bouwen om het bouwen? Nee, wij bouwen en onderhouden omdat er maatschappelijke behoefte aan is. Deze behoefte kan iedereen zien aankomen. Je mag als kabinet niet je kop in het zand steken. CPB, PBL en anderen laten er in hun prognoses geen misverstand over bestaan: de mobiliteit groeit stevig door, dus moet er qua infra veel meer gebeuren. En omdat het over infra gaat, moet je heel vroeg gaan plannen en budget hebben daarvoor.”
Bron: Bouwend Nederland