Recent heeft de Hoge Raad (HR 16 september 2011, LJN BQ8732) zich uitgelaten over de vraag of het gebruik van de storneringsbevoegdheid door de bank van een automatische incasso onrechtmatig is. Indien de bank gebruik maakt van haar bevoegdheid tot stornering na faillissement is slechts in bijzondere omstandigheden sprake van misbruik van recht.

Casus

In deze zaak had de SNS Bank aan Vetrans B.V. een krediet in rekening-courant verstrekt. Een aantal dagen voor het faillissement van Vetrans B.V. werd middels automatische incasso's een totaalbedrag van circa € 100.000,- afgeschreven van de rekening van Vetrans B.V., waarbij het kredietlimiet niet werd overschreden. Enkele dagen na datum faillissement storneerde de SNS Bank voornoemde automatische incasso's, waardoor het debetsaldo afnam. De curator van Vetrans B.V. vorderde terugbetaling van de gestorneerde bedragen door de SNS Bank, aangezien de stornering volgens hem onrechtmatig was jegens de gezamenlijke schuldeisers van Vetrans B.V.

Hoge Raad

De Hoge Raad is van oordeel dat de storneringsbevoegdheid algemeen is geformuleerd en niet beperkt is tot de situatie dat de kredietruimte van de kredietnemer onvoldoende is voor de door automatische incasso te verrichten betaling. De bank mag bij gebruikmaking van die bevoegdheid in beginsel ook haar eigen belang behartigen. Het voorgaande sluit weliswaar niet uit dat een bank, in bijzondere omstandigheden, misbruik kan maken van haar storneringsbevoegdheid en daardoor onrechtmatig kan handelen jegens de gezamenlijke schuldeisers van gefailleerde.

Onder welke bijzondere omstandigheden mag een bank geen gebruik maken van haar storneringsbevoegdheid?

De Hoge Raad geeft geen invulling aan de maatstaf wanneer er sprake kan zijn van misbruik van storneringsbevoegdheid door de bank. Indien de automatische incasso niet leidt tot een overschrijding van de kredietruimte, levert dit volgens de Hoge Raad geen misbruik van de storneringsbevoegdheid op. Wellicht heeft de Hoge Raad gedoeld op de omstandigheid dat een bank geen belang heeft om gebruik te maken van haar storneringsbevoegdheid indien haar vordering op de kredietnemer ruimschoots voldaan kan worden, door bijvoorbeeld het uitwinnen van zekerheden. Echter, ten tijde van de faillietverklaring is het voor een bank veelal niet duidelijk of zij haar vordering volledig voldaan zal krijgen en zal zij daarom altijd trachten om haar vordering op de kredietnemer te beperken door (onder andere) haar storneringsbevoegdheid te gebruiken. Voor de incassanten is het daarom van belang om de omstandigheden waaronder de bank gebruik maakt van haar storneringsbevoegdheid in geval van een faillissement altijd goed onder de loep te nemen.

Auteur: Mr. Marianne van der Lelie, advocaat bij Deterink Advocaten en Notarisssen te Eindhoven, sectie Insolventie en Herstructurering 

Bron: http://deterink.com/