Het herstel van onze economie zet door. Toch blijft het herstel onzeker door onder meer de Brexit, de lage rentes en het ruime monetaire beleid in de EU en de VS. De groei van de Nederlandse economie komt in 2016 en 2017 uit op 1,7 procent. De werkloosheid daalt dit jaar naar 6,2 procent en blijft volgend jaar stabiel. Het overheidstekort daalt naar 1,1 procent van het bbp in 2016 en 0,7 procent in 2017.
Het gestage herstel na de crisis zet in de periode 2018-2021 door, zowel internationaal als in Nederland. De wereldeconomie groeit met gemiddeld 4 procent per jaar, de Nederlandse economie met 1,7 procent. De werkloosheid daalt licht naar 5,5 procent in 2021. De overheidsbegroting gaat van een tekort van 0,7 procent in 2017 naar een overschot van 0,9 procent bbp in 2021. De begroting is houdbaar op lange termijn. Dit blijkt uit de Macro Economische Verkenning (MEV) die het Centraal Planbureau zojuist publiceerde.
Koopkracht
De mediane koopkracht verbetert volgend jaar met 1,0 procent. Werkenden gaan er met 1,1 procent op vooruit. De koopkracht van uitkeringsgerechtigden stijgt eveneens met 1,1 procent, die van gepensioneerden met 0,7 procent. Hierbij zijn de maatregelen van het kabinet voor 2017 meegenomen.
De mediane statische koopkracht stijgt niet in de periode 2018-2021. De mediane koopkracht van werkenden neemt niet toe in de periode 2018-2021 en die van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden daalt.
Inflatie
In lijn met het economisch herstel en gesteund door een stijging van de olieprijzen zal de inflatie in het eurogebied toenemen. De inflatie in Nederland blijft op de middellange termijn laag, gemiddeld 1,2 procent. Dit is vergelijkbaar met de inflatie in de rest van de eurozone en ver beneden de doelstelling van de ECB.
Flexibilisering op de arbeidsmarkt – beschouwing
De beschouwing in de MEV gaat dit jaar over de flexibilisering van de arbeidsmarkt. In Nederland neemt het aantal flexibele contracten en het aantal ZZP’ers toe; beide liggen nu op een hoger niveau dan in andere landen. De vraag is of dit erg is. Voorkeuren bij werkenden bieden geen sluitende verklaring. Ook algemene trends zoals globalisering en technologische ontwikkelingen verklaren de groei van de flexibele schil in Nederland niet. In de ons omringende landen zijn die trends er tenslotte ook. De cijfers laten zien dat het ook geen tijdelijk fenomeen is en geen gevolg van de ongunstigere economische situatie. Daarmee lijkt beleid de bepalende factor. Daar ligt dan ook de sleutel voor verandering.