Klachten over exploten zijn van alle tijden, pogingen er wat aan te doen ook.
Een akte (of het nu een exploot of proces-verbaal is) is een mededeling en de tekst daarvan moet juridisch sluitend zijn en hier komen we meteen in een spanningsveld terecht. Waarom geen moerstaal. De bal naar de wetgever kaatsen is verleidelijk.
Laten we de Nederlandse taal gebruiken! Ik kom dan snel uit bij oud collega/docent Leendert Saarloos die ook Nederlands had gestudeerd, dat in zijn lessen toepaste maar ook hij ontkwam niet aan de tekst van de wet die met betrekking tot formaliteiten dwingend is. Een aantal jaren geleden had de ledenraad een commissie leesbare exploten: het leverde helaas niet echt veel bruikbaars op.
Akkoord: we doen het voor wat betreft de inhoud zoals de rechtbank Amsterdam die de delictsomschrijving in strafzaken liet voor wat de was en gewoon termen als diefstal ging gebruiken. Het vond geen genade bij de Hoge Raad die vasthield aan de delictsomschrijving in strafzaken. Trouwens: diefstal is nog wel duidelijk voor de leek maar als je in een strafdagvaarding iemand schuldheling ten laste legt zonder uit te leggen wat dat is (dus de omschrijving van Sr) gaat het al fout.
Het BW is complex en Rv vereist dat het exploot daarop aansluit, daarnaast is er de rechtelijke macht. Die is onafhankelijk en kan niet gedwongen een (bijvoorbeeld) door de KBvG of de Minister aangestuurde move tot vereenvoudiging te accepteren als dat formele of materiele haken en ogen oplevert. Daarbij merk ik ook nog op dat het er niet altijd om gaat wat er staat maar vaak ook om wat er niet staat.
Bijvoorbeeld een dagvaarding kan heel wat duidelijker worden maar dan zal de wetgever bereid moeten zijn de nodige vaak zeer nuttige formaliteiten te schrappen. Zolang een deurwaarder onvoldoende garanties heeft dat een onsje minder niet tot nietigverklaring door een rechter leidt (met appel, schadeclaims, tuchtklachten etc. tot gevolg) zal hij strak vasthouden aan uitgetreden paden. Een exploot moet je doen aan de woonplaats van de betrokkene en je moet afschrift laten. Je komt er niet omheen daar duidelijk over te zijn. Ik zal graag naar de grote geest luisteren die ons hier in de weg wijst.
Materieel is er ook heel veel te winnen maar dan zullen kantoren ook bereid moeten zijn maatwerk te leveren maar in deze tijd van productiequota en bezuinigingen op personeel zie ik dat niet gebeuren. Het is bulk draaien. Tot 2012 bestond een groot deel van de dagvaarding niet uit inhoud maar uit allerlei bladvulling om incassokosten onder Voorwerk te kunnen vorderen!
Justitie zal hier echt in moeten willen investeren, het wordt een majeure operatie en dan hebben we enkel nog het karkas. De vulling, het materiele, is een niet te kraken noot. Wetgeving wordt enkel complexer. Een inkopper: op 1 juli 2016 werd nieuw artikel 7:271 lid 1 BW ingevoerd over de tijdelijke huur. Zelfs deskundigen moeten er minuten op turen en dan zwijg ik over alle andere wetgeving…
Maak toelichtingen, bijsluiters. Ze zouden niet nodig moeten zijn, exploten moeten duidelijk zijn. Apart is dat er allerlei bijsluiters van de KBvG zijn maar dat die niet verplicht zijn…Waarom niet? Opmerkelijk is ook dat de kantonrechters nooit hebben meegewerkt aan initiatieven van de KBvG om teksten van toelichtingen op te stellen. Men verschuilt zich dan weer achter de beroemde onafhankelijkheid.
Ben ik te negatief, berustend? Misschien. Het juridisch bedrijf is complex, mijn vak is complex. Ik zal het graag eenvoudiger maken maar dan moet de wetgever wel een handreiking maken. Deurwaarders zijn geen wetgevers, we zijn uitvoerders van complexe regels.
Bron: De Bloggende Deurwaarder