Steeds meer Nederlandse ondernemingen stappen over op het toepassen van de zogenaamde lean principes, de werkwijze die erop gericht is alleen tijd en energie te stoppen in activiteiten die toegevoegde waarde opleveren, waardoor de productiekwaliteit wordt verhoogd en de productiekosten afnemen.
Vooral de Nederlandse maakindustrie, de zorg en de financiële sector passen de principes van lean toe. Zij besteden meer aandacht aan de ontwikkeling van de professionaliteit van de medewerkers, aan het verbeteren van de productiviteit en het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening.
Uitgangspunt van lean is dat de klant bij alles centraal staat, dat verspilling in de bedrijfsprocessen wordt voorkomen en dat werknemers in staat worden gesteld om het maximale rendement uit zichzelf te laten halen.
Vooral in de startfase
Uit onderzoek van KPMG onder ruim 250 Nederlandse ondernemingen blijkt dat bijna de helft van de bedrijven de principes van lean inmiddels toepast. Een meerderheid van deze bedrijven bevindt zich nog relatief in de startfase en past de principes nog niet langer dan drie jaar toe. Ruim 30% is drie tot vijf jaar actief en bijna 30% is vijf jaar of langer bezig met lean.
Van de bedrijven die lean toepassen, hanteert ruim 90% de principes van lean om zowel de kwaliteit van projecten en diensten als de productiviteit te kunnen verhogen. Bij 85% staat een verlaging van de kosten centraal en iets meer dan de helft zet lean in om te kunnen groeien qua omzet en omvang.
Een meerderheid van de bedrijven geeft aan dat het verbeteren van de klanttevredenheid het uiteindelijke doel is van alle lean inspanningen, dat zij de doorlooptijd van de productcyclus willen verkorten en dat zij garant willen kunnen staan dat producten en diensten daadwerkelijk geleverd worden.
Effect wordt nauwelijks gemeten
“De huidige marktomstandigheden dwingen organisaties om steeds effectiever en efficiënter te gaan werken”, zegt Olaf van Arkel van KPMG.
Van Arkel: “Klanten worden steeds kritischer en veeleisender en vragen om meer flexibiliteit, kwaliteit en snelheid in het leveren van producten en diensten. Het is duidelijk dat steeds meer organisaties voor lean kiezen om aan de behoefte en de eisen van klanten te voldoen. Maar als we kijken naar het uiteindelijke resultaat van alle inspanningen die gedaan worden, dan valt direct op dat een groot deel van de bedrijven het effect eigenlijk nauwelijks meet.
Iets meer dan de helft van de onderzochte organisaties heeft zicht op het bereikte resultaat en ziet dat de prestaties met zo’n 3% tot 6% verbeteren. Dat geldt zowel voor omzetgroei, kostenverlaging als voor productiviteitsverbetering. En ruim 60% geeft aan dat zij erin geslaagd zijn de klanttevredenheid als gevolg van lean te verbeteren.”
Volwassenheid wordt overschat
“Toch overschatten de meeste organisaties de volwassenheid waarin zij met ‘lean’ verkeren”, constateert Van Arkel. Van Arkel: “Bedrijven doen hun eerste lean ervaringen op door mensen te trainen en de eerste projecten uit te voeren. Daarna worden de lean principes steeds meer onderdeel van het dagelijkse werk. Organisaties die het meest volwassen zijn in lean beschikken over een cultuur waarin het voortdurend verbeteren van de productiviteit en het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening centraal staat.
Van de onderzochte organisaties geeft 35% aan dat zij inmiddels de fase hebben bereikt van het continu verbeteren van bedrijfsprocessen. Kijken we echter naar de wijze waarop zij op dit moment opereren, dan zien we dat vaak nog grote stappen gezet moeten worden.
Bedrijven die daadwerkelijk in de meest vergevorderde fase verkeren, laten bijvoorbeeld het belang van de procesketen zwaarder wegen dan dat van individuele afdelingen en veranderen de organisatie en de processen mee met de veranderende wensen van de klant. Veel ondernemingen blijken nog niet in deze fase te verkeren. Ons onderzoek toont aan dat niet meer dan 5% van de organisaties die lean hanteren zich op dit moment in het meest volwassen stadium bevindt.”
Bron: KPMG