Eind 2019 bracht 1 op de 5 volwassenen een wijziging aan in hun zorgverzekering. Overstappen naar een andere zorgverzekeraar en het nemen van een (andere) aanvullende verzekering waren de meest genoemde wijzigingen. Mensen die toen wisselden van zorgverzekeraar noemden een lagere premie het vaakst als reden om over te stappen. Ruim driekwart van de verzekerden veranderden niets aan hun zorgverzekering. De meest genoemde reden om niets te veranderen was tevredenheid met de huidige verzekering. Dit meldt het CBS op basis van de Gezondheidsenquête 2020.
Ruim de helft (55 procent) van de volwassenen gaf in 2020 aan dat de hoogte van de premie een belangrijk aspect was bij de keuze voor de huidige zorgverzekering. Van de mensen met alleen een basisverzekering meldde 70 procent de hoogte van de premie een belangrijk aspect te vinden. De dekking van de aanvullende verzekering werd door 31 procent genoemd.
Dekking aanvullende verzekering belangrijker voor volwassenen met langdurige aandoening
In 2020 gaf ruim een op de drie volwassenen aan een of meer langdurige aandoeningen te hebben. Van de mensen met een langdurige aandoening gaf 48 procent aan dat de hoogte van de premie een belangrijk aspect was bij de keuze voor de huidige zorgverzekering. Bij mensen zonder langdurige aandoening was dit 59 procent. De dekking van specifieke medicijnen was voor mensen met een aandoening relatief vaak van belang: 14 procent, tegen 5 procent onder verzekerden zonder langdurige aandoening.
Hoogte van de premie meest genoemde aspect bij keuze in ‘overstapseizoen’
Aan het eind van het jaar kunnen mensen wijzigingen aanbrengen aan hun zorgverzekering. In 2020 gaf 20 procent van de 18-plussers aan dat ze eind 2019 een wijziging hadden doorgevoerd. De meest genoemde wijzigingen waren het overstappen naar een andere zorgverzekeraar (8 procent van de verzekerden) en het nemen van een (andere) aanvullende verzekering (ook 8 procent).
Bijna de helft (48 procent) van de verzekerden die een wijziging aanbrachten in hun zorgverzekering noemde de hoogte van de premie als reden. 37 procent van de verzekerden noemde een andere dekking van de aanvullende verzekering als reden voor de wijziging.
Een lagere premie werd vaak als reden genoemd bij de beslissing om aanvullende verzekeringen (deels) op te zeggen (66 procent) en bij de overstap naar een andere verzekeraar (57 procent). Van degenen die een (andere) aanvullende verzekering namen gaf 62 procent de dekking als argument, 21 procent noemde de verwachting van een hoger zorggebruik. De verwachting van een lager zorggebruik was voor 38 procent van de verzekerden een reden voor het (deels) opzeggen van aanvullende verzekeringen.
Tevreden met huidige zorgverzekering
Bijna drie kwart van de verzekerden die niks wijzigden aan hun zorgverzekering zei dit ook niet te hebben overwogen. Veruit de meesten (82 procent) veranderden niks omdat ze tevreden waren met de huidige verzekering. Geen tijd of zin hebben om het uit te zoeken was voor 16 procent een reden om niets te wijzigen.
Hoe komt het CBS aan deze cijfers?
In 2020 werden in de Gezondheidsenquête eenmalig vragen gesteld over keuzes en gedrag rond de zorgverzekering. Op basis van een steekproef uit de Basisregistratie Personen (BRP) wordt aan mensen gevraagd deel te nemen aan dit onderzoek. Om ervoor te zorgen dat de groep mensen die meedoen een goede afspiegeling vormen van de totale bevolking, wordt een correctie op de uitkomsten toegepast die onder andere rekening houdt met geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, burgerlijke staat, stedelijkheid, provincie, landsdeel, huishoudgrootte, inkomen en vermogen.
Bron: CBS