De Nevi PMI® van december laat met 48.3 de laagste waarde zien sinds april 2013. Opmerkelijk is dat de daling van de PMI werd veroorzaakt door de subsectoren halffabricaten en investeringsgoederen, terwijl de subsector consumptiegoederen juist een verbetering optekende.
De productie daalde in de grootste mate sinds mei 2009. De nieuwe orders lieten de grootste afname zien in meer dan zeven jaar. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk nam in de grootste mate af sinds augustus.
De afname van de inkoopactiviteiten was de grootste sinds mei 2013. Ook de voorraad ingekochte materialen daalde. De voorraad gereed product daalde voor de vierde maand op rij en de levertijden werden opnieuw langer.
Voor het eerst in bijna 5 jaar liep de werkgelegenheid terug, zij het in geringe mate.
De inkoopprijzen namen deze maand licht toe, na een daling van twee maanden. De verkoopprijzen stegen minimaal.
Ondanks de negatieve ontwikkelingen bleven de producenten positief over de toekomst. Dit optimisme was zelfs het grootste in drie maanden, zij het historisch gezien matig.
Redactioneel commentaar prof. dr. ir. Bart Vos, Scientific Director Brightlands Institute for Supply Chain Innovation (BISCI) en verbonden aan Maastricht University
Het vorige decennium eindigde voor de Nevi PMI in mineur: de index daalde van 49.6 in november naar 48.3 in december. Dit is de laagste waarde in ruim zes jaar en zelfs de grootste productiedaling in ruim tien jaar. De lagere PMI-score kwam vooral voor rekening van de sub-sectoren halffabricaten en investeringsgoederen. Producenten van consumptiegoederen gingen voor de tweede maand op rij tegen de overall tendens in, in die sub-sector was juist sprake van een verbetering van de bedrijfsomstandigheden.
Het is voor wat betreft de Nevi PMI dus zeker niet allemaal negatief, geen reden voor “alarmfase rood”. De werkgelegenheid deelindex kwam weliswaar voor het eerst sinds bijna vijf jaar net onder de 50.0 uit, maar het banenverlies was nog steeds gering te noemen. De zwakkere vraag speelt uiteraard een rol, maar er zijn ook aanwijzingen dat producenten moeite hebben om geschikte kandidaten voor specifieke vacatures te vinden.
Nederland is in Europa ook zeker niet de slechtst presterende economie. De gemiddelde PMI in de Eurozone daalde van 46.6 in november naar 45.9 in december. De Duitse economie scoorde, na een lichte opleving in november, met 43.4 nog slechter. Nederlandse respondenten noemen de zwakke vraag uit met name Duitsland ook als verklaring voor de verdere daling in de nieuwe exportorders deelindex. De laatste Duitse PMI-cijfers geven geen aanleiding om te verwachten dat deze situatie spoedig zal verbeteren.
Mondiaal is er wel reden tot voorzichtig optimisme met betrekking tot twee al langer voor onzekerheid zorgende dossiers, de Brexit en het handelsconflict tussen de VS en China. Door de eclatante overwinning van Boris Johnson tijdens de verkiezingen op 12 december jl. is het zeker dat de Britten de Europese Unie eind januari 2020 zullen verlaten. De exacte invulling van de Brexit blijft echter nog onzeker, waarbij het voor Nederland vooral te hopen valt dat er een goed handelsverdrag komt. Het Verenigd Koninkrijk is immers nog steeds een van onze grootste handelspartners. Iets verder van ons spreekwoordelijke bed lijkt er een soort staakt-het-vuren te zijn in het slepende conflict tussen de VS en China. Een belangrijke stap, maar nog geen definitief akkoord en dat is wel nodig om mondiale ketens weer beter te laten functioneren. En dat is voor Nederland als handelsnatie dus van groot belang.
Het vorige decennium had voor de Nevi PMI dus zeker positiever kunnen eindigen. Nederlandse producenten blijven echter gematigd positief over hun productievolume voor het komende jaar, er is vooralsnog dus geen aanleiding tot doemdenken.
Bron: Nevi