In de provincies Groningen, Drenthe, Zeeland en Limburg is in het tweede kwartaal van dit jaar de sterkste toename van startende bedrijven te zien. In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, stijgt het aantal inwoners dat een onderneming begint hier harder dan in andere provincies. Vooral in de detailhandel en de bouw is er een sterke toename, terwijl er landelijk in de bouw juist een verdere afname is. Dit blijkt uit het Trendrapport van de Kamer van Koophandel (KVK) over het tweede kwartaal van dit jaar.
Joris Knoben, Hoogleraar Strategie en Ondernemerschap, zegt over deze ontwikkeling: “Dat het aantal bedrijven blijft groeien past in een lange trend. Het ruimtelijke patroon van deze groei is echter wel opvallend. Waar de groei in de Randstedelijke provincies stabiliseert, versnelt deze in de provincies daarbuiten. Dit gaat de tweedeling tussen stad en platteland tegen.”
Het sterkst is de toename van het aantal starters per 10.000 inwoners in de provincie Groningen (+18%), waar het opvallend is dat er een groei zit in het aantal starters in de horeca, terwijl dit landelijk juist daalt. In Zeeland steeg in het tweede kwartaal van dit jaar het aantal ondernemers per 10.000 inwoners met 14%, het zit hier vooral in de groot- en detailhandel. Horeca is hier niet erg in trek bij ondernemers, het aantal starters in deze sector daalt hier harder dan landelijk. In Limburg wordt de groei van het aantal starters breed gedragen, in maar liefst twaalf van de vijftien sectoren is een stijging te zien.
Nederland: meer starters, minder stoppers
Over heel Nederland bekeken zet ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2022 de toename van het aantal starters door en neemt het aantal stoppers af. De verwachte grote toename in het aantal faillissementen na de coronapandemie blijft wederom uit. Joris Knoben: “Er is een voorzichtige inhaalslag gaande, maar het aantal faillissementen is nog niet op het niveau van voor corona, en in historisch perspectief is het aantal nog steeds laag. We hebben op dit moment nog niet te maken met een verontrustend aantal faillissementen.”
Bron: KVK