- Bestuursvoorzitters maken zich zorgen om toegang van werknemer tot Covid-19 vaccin
- Belangrijke strategische beslissingen van bedrijven hangen af van vaccinatiegraad
- Bedrijven komen terug op beslissing om kantoorruimte in te leveren
- Slechts 30% overweegt na de coronacrisis een ‘hybride’ model van werken
Bestuursvoorzitters van de meest invloedrijke ondernemingen in de wereld verwachten niet eerder dan in 2022 een terugkeer naar ‘normaal’ te zien. Een meerderheid van de CEO’s maakt zich vooral zorgen over de toegang van hun werknemers tot het Covid-19 vaccin. Uit de CEO Outlook Pulse Survey van KPMG onder vijfhonderd CEO’s van vooraanstaande ondernemingen in de wereld blijkt dat slechts 30% verwacht dat zij de draad van voor de coronacrisis al dit jaar weer kunnen oppakken. Bijna de helft verwacht niet eerder dan in 2022 een terugkeer naar een ‘normale’ gang van zaken. De veranderingen als gevolg van de pandemie hebben er bij zo’n 25% van de bedrijven toe geleid dat de bedrijfsvoering voor altijd is veranderd. Uit het onderzoek dat in februari en maart is uitgevoerd, blijkt verder dat ruim 50% van de CEO’s zich zorgen om de toegang van werknemers tot een Covid-19 vaccin. “Veel CEO’s zien het vaccinatieprogramma ook als een absolute voorwaarde voor de terugkeer van werknemers naar kantoor”, zegt Stephanie Hottenhuis, bestuursvoorzitter van KPMG Nederland. Hottenhuis: “Van de onderzochte CEO’s overweegt 90% werknemers te vragen zich te melden wanneer ze zijn gevaccineerd. Hierdoor zijn zij in staat maatwerk maatregelen te nemen om hun personeel te beschermen. Zo’n 30% van de bestuursvoorzitters maakt zich wel zorgen over de bereidheid van werknemers om zich wel of niet te laten vaccineren, door de vraagtekens die er in een aantal landen ontstaan zijn bij de veiligheid van sommige Covid-19 vaccins en de invloed die dit heeft op de beslissing van werknemers.”
Vaccinatiegraad bepalend voor strategische beslissingen
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat CEO’s erop willen kunnen vertrouwen dat hun personeel afdoende tegen Covid-19 beschermd is. Hottenhuis: “Pas dan zijn zij bereid belangrijke strategische beslissingen te nemen en investeringen te doen. De uitrol van het Covid-19-vaccin geeft de bestuursvoorzitters voor het vertrouwen dat nodig is bij de voorbereiding op de nieuwe realiteit. Veel CEO’s zijn nadrukkelijk bezig met scenarioplanning voor de markten waarin zij opereren. De verschillen tussen landen in de wijze waarop zij met het virus omgaan zijn immers van grote invloed op de activiteiten van bedrijven en hun toeleveringsketens. Het gevolg kan zijn dat niet iedere onderneming op hetzelfde moment economisch herstel ziet. Ons onderzoek laat zien dat een aantal CEO’s tijdens de crisis ingrijpende maatregelen heeft genomen om de bedrijfsvoering volledig om te gooien en de noodzakelijke transformatie te versnellen. De pandemie is ook een katalysator geweest voor CEO’s om de rol van de onderneming in de samenleving te evalueren. De onderzochte bestuurders zijn als gevolg van COVID-19 veel kritischer gaan kijken naar de positie die zij in de samenleving innemen en zijn zich veel meer betrokken gaan voelen bij de sociale rol van hun bedrijf.”
Minder kantoorruimte en ‘hybride’ werken van tafel
Zo’n 75% van de onderzochte bestuursvoorzitters geeft aan dat zij het advies van de overheid om over te gaan naar ‘normaal’ als de aanleiding zien om personeel weer naar kantoor te laten komen. Hottenhuis: “Daarnaast verwacht zo’n 60% een vaccinatiegraad van meer dan 50% voordat sprake kan zijn van een terugkeer. En als werknemers veilig terug kunnen, volgen bij zo’n 20% van de bedrijven aanvullende maatregelen voor kantoorbezoek van bijvoorbeeld klanten. Daarbij gaat het vooral om de vaccinatiestatus. Een kleine 20% van de bedrijven is overigens van plan de kantoorruimte te verkleinen als gevolg van de pandemie. Niet meer dan drie van de tien CEO’s overweegt na de coronacrisis een hybride model van werken, waarbij werknemers 2 tot 3 dagen per week op afstand werken. Als gevolg hiervan is niet meer dan 20% van de bedrijven op zoek naar talent dat voornamelijk op afstand werkt. Een aanzienlijk verschil met onze peiling van vorig jaar. Toen gaf ruim 70% aan vooral ‘remote workers’ te gaan zoeken.”
Bron: KPMG