Vanaf 2016 lagen elk kwartaal in alle provincies zowel de prijzen van bestaande koopwoningen als het aantal verkopen hoger dan een jaar eerder. In het vierde kwartaal van 2018 waren de koopwoningen opnieuw duurder, maar werden voor het eerst na medio 2013 in alle provincies minder woningen verkocht dan een jaar eerder. Dit blijkt uit onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.
Bestaande koopwoningen waren in het vierde kwartaal van 2018 gemiddeld 9 procent duurder dan een jaar eerder. Dat was ook de gemiddelde prijsstijging voor het jaar 2018. Na 2001 is de gemiddelde prijsstijging niet zo hoog geweest als in 2018. Het aantal verkochte woningen bedroeg in 2018 ruim 218 duizend. Dat is een daling van 9,7 procent ten opzichte van 2017, maar wel het op een na hoogste aantal verkopen ooit.
In alle provincies minder woningen verkocht
In alle provincies zijn in het vierde kwartaal minder woningen verkocht dan in dezelfde periode een jaar eerder. Ook in Zeeland, waar een kwartaal eerder het aantal transacties nog hoger lag, waren de verkopen in het vierde kwartaal lager.
In Flevoland, Noord-Holland en Zuid-Holland waren de prijsstijgingen met meer dan 10 procent het grootst. Net als in het derde kwartaal was de prijsstijging in Zeeland met bijna 6 procent het kleinst.
Prijsstijgingen en verkoopdalingen in vier grote steden
Ook in de vier grootste steden van Nederland gaan dalingen van het aantal verkochte woningen samen met forse prijsstijgingen. In de vier grootste steden van Nederland was de prijsstijging in het vierde kwartaal van 2018 bovengemiddeld.
Net als in de drie voorgaande kwartalen was de prijsstijging in het vierde kwartaal met 13 procent het grootst in Rotterdam. Utrecht had met bijna 11 procent de kleinste stijging.
De gemiddelde prijs voor een bestaande koopwoning was het hoogst in Amsterdam. In de hoofdstad kostte een koopwoning in het vierde kwartaal van 2018 gemiddeld 466 duizend euro.
Prijsstijging en daling verkopen het grootst bij appartementen
Alle woningtypen noteerden in het vierde kwartaal een prijsstijging en een afname van het aantal verkopen. De prijsstijging van appartementen was met bijna 13 procent het sterkst. Bij de overige woningtypen varieert de prijsstijging ten opzichte van een jaar eerder tussen de 7 en 9 procent.
Ook de daling van de verkopen was het grootst bij appartementen. Er zijn bijna 24 procent minder appartementen verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar. Bij de overige woningtypen varieert de daling tussen de 7 en de 15 procent.
De NVM publiceerde twee weken geleden ook over de woningmarkt. De cijfers van de NVM en het CBS/Kadaster kunnen verschillen. Dat komt doordat de cijfers van de NVM zijn gebaseerd op de voorlopige contracten van door NVM- makelaars verkochte woningen en het CBS en het Kadaster de prijsontwikkeling meten van alle bestaande koopwoningen in Nederland en gebruikmaken van de akten die bij het Kadaster worden geregistreerd.
De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.
Bron: CBS