De verwachte stijging van de koopkracht in 2025 zorgt ervoor dat het eerder geleden koopkrachtverlies wordt goedgemaakt voor huishoudens. In doorsnee, want daarbij zijn er nog wel duidelijke verschillen tussen huishoudgroepen. Zo is de koopkracht van huishoudens in de laagste inkomensgroepen veelal al hersteld, terwijl er bij de hoogste inkomens en bij veel gepensioneerden nog wel wat koopkracht valt goed te maken. Daarnaast bestaat het risico dat een eventuele escalatie van de handelsoorlog het verdere herstel van de koopkracht onder druk zet.

Positieve koopkrachtontwikkeling gedurende 2025

Naar verwachting zal de koopkracht voor veel huishoudens in 2025 weer verder stijgen. Met +0,6% in doorsnee, zo blijkt uit de meest recente inschatting van het Centraal Planbureau (CPB). Belangrijke reden voor de toename is dat de gemiddelde loonstijging de gemiddelde prijsstijging naar verwachting ruimschoots zal overtreffen. Dat betekent voor de meeste type huishoudens voor het tweede jaar op een rij een positieve koopkrachtontwikkeling. Goed nieuws nadat veel huishoudens eerder gedurende 2022 en 2023 een flinke koopkrachtachteruitgang hebben moeten incasseren. Toen zetten historisch hoge prijsstijgingen, mede als gevolg van de oorlog in Oekraïne, de koopkracht flink onder druk.

Verlies is veelal in 2025 goedgemaakt

Op het eerste gezicht lijkt met de verwachte positieve koopkrachtontwikkeling dit jaar het verlies gedurende 2022-2023 teniet te worden gedaan. Een doorsnee huishouden ging er toen naar schatting opgeteld ruim 3% op achteruit. Dat gat wordt dit jaar gedicht. Daarmee zijn we weliswaar terug bij af, maar hebben veel huishoudens waarschijnlijk niet de economische vooruitgang ervaren waar ze voor de inflatiegolf op hadden gehoopt.

Lage inkomens lopen voorop in het herstel

Tegelijkertijd loopt de koopkrachtontwikkeling over de periode 2022-2025 ook flink uiteen tussen de verschillende typen huishoudens. Zo hebben de laagste inkomensgroepen hun koopkracht veel minder hard zien terugvallen dan de midden en hogere inkomens. Meest in het oog springt daarbij de koopkrachtontwikkeling van uitkeringsgerechtigden. Vanwege in eerste instantie de energiesteun en later ook de verhoging van uitkeringen is het niveau van hun koopkracht in doorsnee zelfs nooit onder het niveau in 2021 uitgekomen. En hoewel dat niet geldt voor elk huishouden in de laagste inkomensgroep, zal deze huishoudens in doorsnee het eerder opgelopen koopkrachtverlies inmiddels wel al achter de rug hebben. Dit terwijl de hoogste inkomens er nog wel even over zullen doen voordat ze het verloren koopkrachtterrein hebben goedgemaakt. Ook bij een goed deel van de gepensioneerden zal er vooralsnog in 2025 geen sprake zijn van volledig herstel, omdat de indexering van hun aanvullend pensioen achterblijft op de inflatie.

Escalatie handelsoorlog zet koopkrachtherstel onder druk

Hoewel de koopkracht zich in 2025 voor de meeste huishoudens positief ontwikkelt, lijken we dit jaar wel weer op relatief hoge inflatie van ruim boven de 3% af te stevenen. Dat komt bijvoorbeeld door flinke huurstijgingen en verhogingen en stijgende loonkosten. Vooralsnog heeft de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en de EU nog nauwelijks impact op onze inflatie. Weliswaar heeft de EU op korte termijn hogere invoertarieven aangekondigd op Amerikaanse producten, maar omdat het uiteindelijk nog maar een beperkt aantal goederen betreft is de impact op de totale inflatie voor consumenten dit jaar nagenoeg verwaarloosbaar. Op het moment dat de handelsoorlog verder escaleert dit jaar en er tarieven voor een veel groter deel van de onze import gaan gelden, kan dat de inflatie verhogen en het verdere koopkrachtherstel gedurende 2025 onder druk zetten.

Bron: ING