Klimaatverandering heeft meerdere economische consequenties voor de voedingssector, zo vergroten weersextremen en waterschaarste de kans op misoogsten in de landbouw. De gevolgen daarvan ijlen na in de voedingsindustrie en komen uiteindelijk vaker in de vorm van hogere prijzen bij consumenten terecht. Scherpe prijsstijgingen doen zich vooral voor bij de meest klimaatgevoelige voedingsproducten zoals groente en fruit. Die producten vormen samen 30% van de voedseluitgaven van consumenten. Voedingsfabrikanten proberen risico’s te ondervangen door de blootstelling aan klimaatverandering in hun toeleverketen te verminderen en gevoeligheid voor weersinvloeden te verkleinen. Als klimaatverandering versnelt, wordt het echter steeds lastiger voor de sector om zich tijdig aan te passen. Dit stelt ING Research in een nieuwe sectorstudie over de noodzaak voor klimaataanpassingen in de voedingssector

Weersextremen vormen flinke belemmering voor voedingssector

Weersextremen zijn een flinke belemmering voor bedrijven in de voedingssector. Tijdens en na de hete zomer van 2018 gaf ruim 25% van de Nederlandse landbouwbedrijven en 15% van de voedingsfabrikanten aan dat de weersomstandigheden hun productie belemmerden. De afgelopen maanden zijn de zorgen over de oogsten in de landbouw weer fors toegenomen door de extreme hoeveelheid regen in zowel de herfst en winter van 2023 als de lente van dit jaar.

ING Sector Banker Food Ceel Elemans:“De voedingsindustrie is de grootste afnemer van de landbouw. Productieproblemen bij Nederlandse boeren komen ook bij veel voedingsfabrikanten terecht in de vorm van hogere prijzen en een lagere kwaliteit grondstoffen en kan hen dwingen hun inkoopstrategie aan te passen.”

Consequenties voor boer en voedingsproducent

Zonder aanpassingen valt te verwachten dat het aantal periodes met productiebelemmeringen stijgt. Bij boeren zijn belemmeringen vooral de lagere en meer onvoorspelbare gewasopbrengsten. Toenemende droogte leidt bijvoorbeeld eerder tot waterrestricties en warmer en natter weer verhoogt de ziektedruk bij gewassen en dieren. Lokale weersextremen zorgen ook voor toenemende inkomensverschillen tussen boeren vanwege schade aan gewassen. Dus groeit de behoefte in de landbouw om nieuwe rassen te telen, op andere gewassen over te stappen of te investeren in maatregelen zoals druppelirrigatie. Voor de voedingsindustrie ontstaat er meer onzekerheid over de beschikbaarheid van grondstoffen en wordt de kans op periodes met hogere grondstofprijzen en een lagere kwaliteit groter. Als groepen boeren andere gewaskeuzes gaan maken moeten sommige voedingsfabrikanten hun productievolume verlagen of op zoek naar alternatieve leveranciers.

Resultaten uit het verleden stemmen hoopvol

Uit onze analyse blijkt dat sinds het begin van deze eeuw de opbrengsten per hectare van veruit de meeste belangrijke landbouwgewassen in de EU stijgen. Dit impliceert dat boeren vaak in staat zijn om zich aan te passen aan de grillen van weer en klimaat door technologische innovatie, genetische vooruitgang bij gewassen, meer kennis en verdere specialisatie. Tegelijkertijd constateren we wel dat op Europees niveau de opbrengsten bij een aantal gewassen van jaar tot jaar sterker zijn gaan schommelen.

ING Sector Banker Food Ceel Elemans: “Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Doordat de aarde sneller opwarmt met meer weersextremen, wordt het risico dat bedrijven veranderingen niet meer kunnen bijbenen groter. Verontrustend is ook dat investeringen in klimaatadaptatie in de wereldwijde voedingssector achter blijven bij wat nodig wordt geacht.”

Consument voelt gevolgen in de portemonnee

Consumenten merken de gevolgen van klimaatverandering via de prijzen en beschikbaarheid van producten. Prijzen van veel voedingsmiddelen schommelen van nature vanwege weersomstandigheden, maar klimaatverandering kan die schommelingen versterken. De recente extreme prijsstijgingen van aardappels, cacao, olijfolie en sinaasappelsap zijn daar duidelijke voorbeelden van. Consumenten merken dergelijke prijsstijgingen vooral bij onbewerkte producten zoals groente en fruit, plantaardige basisproducten zoals bloem en suiker en tropische producten zoals koffie en chocolade. Samen zijn deze meest ‘klimaatgevoelige’ producten goed voor zo’n 30% van de totale uitgaven aan voeding.

Recent wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat vooral hoge temperaturen de prijzen van voedsel opdrijven. Dit effect speelt het sterkst in uitzonderlijk hete zomers zoals in 2022 en 2023. De bijdrage van de hete zomer van 2022 aan de voedselinflatie in Europa bedroeg in dat jaar naar schatting 0,7 procentpunt. Voor het boodschappenmandje van een gemiddeld Nederlands huishouden komt dat neer op een prijsstijging van zo’n 30 euro op jaarbasis blijkt uit berekeningen van ING Research.

Acties om beschikbaarheid van grondstoffen veilig te stellen

Voor voedingsproducenten is de toekomstige beschikbaarheid van agrarische grondstoffen en water nadrukkelijker een thema, zowel door klimaatverandering als door landbouwbeleid en milieuwetgeving. Voedingsbedrijven kunnen hun blootstelling aan de gevolgen van klimaatverandering onder andere verkleinen door aan te sturen op aanpassingen bij boeren en telers, zoals maatregelen om water vast te houden voor periodes van droogte en door hun inkoopgebieden meer te spreiden. Bij spreiding van inkoop is van belang dat ook de productspecificaties van afnemers dat ondersteunen. Nederlandse voedingsproducenten kunnen daarbij profiteren van het feit dat Nederland door zijn ligging goed is aangesloten op internationale handelsstromen.

ING Sector Banker Food Ceel Elemans:“Binnen de voedingssector gaan bedrijven verschillend om met de klimaatuitdagingen. Wij zien momenteel de grootste zorgen bij bedrijven die aardappels, groente en fruit verwerken. Bedrijven die anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering hebben de risico’s in hun keten in kaart en nemen stappen om die te verkleinen.”

Bron: ING