Per 1 juli 2018 worden kleine ondernemers, zoals ZZP-ers en MKB-bedrijven, nóg beter beschermd tegen onredelijk lange betalingstermijnen van grote ondernemingen. Vanaf deze datum verloopt het overgangsrecht van de Wet tegengaan van onredelijk lange betaaltermijnen namelijk.
Hoewel deze wet al geldt per 1 juli 2017 voor betalingstermijnen in nieuwe contracten, gaf deze wet grote ondernemingen één jaar de tijd om langere betalingstermijnen in bestaande contracten te verkorten tot maximaal 60 dagen.
Grote ondernemingen die dit het afgelopen jaar hebben nagelaten, zien zich er per 1 juli 2018 mee geconfronteerd dat een betalingsafspraak van meer dan 60 dagen nietig is. Dit betekent dat de langere betalingstermijn ongeldig is en dat in plaats daarvan de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen geldt. Een langere betalingstermijn wordt dus niet geconverteerd in een betalingstermijn van 60 dagen.
Consequentie hiervan is dat kleine ondernemingen dergelijke ongeldige afspraken voor niet-geschreven kunnen houden en aanspraak kunnen maken op de verschuldigde wettelijke handelsrente en incassokosten vanaf 30 dagen na ontvangst van hun factuur.
Voor grote ondernemingen zijn er echter méér consequenties verbonden aan ongeldige betalingsafspraken en structureel te late betalingen. Zo wordt in de Memorie van Toelichting op de bovenvermelde wet opgemerkt dat het slechte betalingsgedrag kan doorwerken in de financiële cijfers van een onderneming. Bij structureel te late betaling moet immers een voorziening op de balans worden geplaatst voor na te vorderen wettelijke handelsrente en wel voor de duur van de verjaringstermijn van 5 jaar.
Aangezien grote ondernemingen publicatieplichtig zijn, wordt het slechte betalingsgedrag door publicatie van de jaarcijfers ook zichtbaar voor de buitenwereld. Zouden dergelijke financiële verplichtingen niet uit de boeken van de onderneming in kwestie blijken, dan dient er bovendien rekening mee te worden gehouden dat een accountantsverklaring mogelijk niet wordt verleend. Voor de accountant van een grote onderneming is er dus meer oplettendheid geboden per 1 juli 2018.
Een evaluatie van de bovenvermelde wet staat op de agenda voor 2019, zo blijkt uit de recente brief van de Staatssecretaris d.d. 12 juni 2018. In deze brief wordt aangekondigd dat de wet mogelijk wordt aangescherpt als in de toekomst blijkt van verslechterd betaalgedrag.
Bron: e-Legal