De meeste Nederlandse huishoudens hebben volgend jaar een lichte koopkrachtstijging, van minder dan 1 procent. De meeste zzp’ers en sommige gepensioneerden gaan er in 2025 op achteruit. Dat blijkt uit de berekeningen die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) maakte op basis van de Miljoenennota die vandaag is gepresenteerd. ‘We zien veel kleine plusjes en wat minnetjes’, aldus Nibud-directeur Arjan Vliegenthart.
Omgerekend in euro’s gaan de meeste huishoudens er een bedrag van tussen de € 1 en € 50 per maand op vooruit. Arjan Vliegenthart: ‘Er verandert niet zoveel in de koopkracht van huishoudens, tenzij ze te maken krijgen met grote persoonlijke veranderingen natuurlijk. Maar dit kabinet begint voorzichtig, de aangekondigde lastenverlichting zien wij maar voor een gedeelte terug.’
‘Wat we wel zien is dat ze in de toeslagen doorborduren op eerder gemaakte veranderingen en plannen. Dat zie je bijvoorbeeld positief terug in de huurtoeslag voor 2025. Maar veel mensen zullen de paar tientjes die zij extra kunnen besteden, al hebben uitgegeven voordat ze het doorhebben.’
Plusjes door loonstijging
Zo wordt voor 2025 een gemiddelde cao-loonstijging van 4,3 procent verwacht, maar stijgen de prijzen waarschijnlijk met 3,2 procent. Ook de zorgpremie stijgt waarschijnlijk met € 10. Het eigen risico blijft ook in 2025 € 385 per jaar. Daardoor zullen de huishoudens die deze loonstijging krijgen er toch maar weinig aan overhouden. Ook zijn er veranderingen aan de kant van de belastingen die ervoor zorgen dat de koopkrachtstijging veelal lager dan 1 procent zal liggen.
Werkenden voor wie geen of minder loonstijging in het verschiet ligt, kunnen hun koopkracht zien dalen. Voor gepensioneerden ligt de koopkrachtverandering tussen de -0,1 en +1,5 procent. Zij danken die verandering aan de verhoging van de AOW en de aanvullende pensioenen, die naar verwachting met 3,1 procent stijgen.
Extra belastingschijf
Er komt een belastingschijf bij, het tarief in de eerste schijf gaat omlaag en het tarief in de tweede schijf gaat omhoog. Hierdoor gaan huishoudens minder belasting betalen. Tegelijkertijd gaat de algemene heffingskorting omlaag, waardoor het voordeel van de extra schijf beperkt of zelfs nadelig is. Zo betaalt iemand die dit en volgend jaar het minimumloon verdient € 317 minder belasting in de eerste schijf, maar kost de verlaging van de heffingskorting diegene € 200. Meer uren werken zal voor deze huishoudens volgend jaar meer opleveren.
‘Het komt vaak voor dat zowel werknemers als werkgevers vooral dénken dat bijvoorbeeld meer werken nadelig kan zijn. Die mensen raden wij aan om onze WerkUrenBerekenaar te gebruiken. Met deze tool kun je meteen zien wat meer werken voor jou kan betekenen,’ zegt Vliegenthart. In navolging van het beleid om meer werkenden als werknemer aan de slag te laten gaan, gaat de zelfstandigenaftrek opnieuw omlaag (met € 1.280), waardoor de koopkracht van zzp’ers volgend jaar daalt.
Toeslagen stabiel
In de toeslagen verandert weinig, behalve in de huurtoeslag. Hier kunnen in 2025 ook meerpersoonshuishoudens onder de AOW-leeftijd een deel van de huur boven de aftoppingsgrens vergoed krijgen. Voor alleenstaanden en AOW’ers gold dit al. De zorgtoeslag gaat voor mensen met een laag inkomen met € 7 omhoog. Kost de zorgverzekering het komend jaar inderdaad € 10 meer, dan verzacht de zorgtoeslag deze stijging dus niet helemaal.
Het maximale kindgebonden budget stijgt met € 6 per kind per maand, al daalt het bedrag voor alleenstaande ouders met € 7 per maand. Ook wordt het kindgebonden budget iets sneller afgebouwd bij een hoger inkomen.
Koopkracht uitwonende studenten
Voor het eerst sinds lange tijd heeft het Nibud weer koopkrachtplaatjes voor uitwonende studenten gemaakt. Studenten hebben vrijwel altijd meerdere en andersoortige inkomstenbronnen dan reguliere huishoudens en ook hun uitgavenpatronen verlopen anders, alleen al doordat uitwonenden meestal inclusief huren. Met het opnieuw invoeren van de basisbeurs en het daarbovenop gekomen tijdelijke extra bedrag dat de pijn van de hoge inflatie moest verzachten, wilden we ook graag de koopkrachtontwikkeling van deze groep weer inzichtelijk maken.
Uit het Studentenonderzoek 2024 dat het Nibud vorige week publiceerde bleek dat studenten het dankzij de invoering van de basisbeurs financieel makkelijker hadden gekregen. De plaatjes van vandaag laten zien dat met het verdwijnen van de extra koopkrachtmaatregel, uitwonende hbo/wo- en mbo-bol-studenten er met bijna 7 procent op achteruit gaan. De koopkracht van uitwonende mbo-bbl’ers daalt met zo’n 1,5 procent.
Bron: Nibud