De Nederlandsche Bank (DNB) is na 1 april 2022 gestopt met het publiceren van de rentereeks voor doorlopend consumptief krediet omdat deze niet langer representatief is voor de gemiddelde marktrente. Dit roept nu de vraag op welke referentierente kredietverstrekkers vanaf mei 2022 moeten gebruiken bij het berekenen van mogelijk te veel betaalde rente op doorlopend krediet met variabele rente. Kifid is zich daarvan bewust en wil in samenspraak met zowel kredietverstrekkers als consumentenvertegenwoordigers een oplossing zoeken.
Afgelopen zomer hebben meerdere kredietverstrekkers bij Kifid de vraag neergelegd waar zij vanuit moeten gaan bij het berekenen van compensatie voor mogelijk te veel betaalde nu DNB de rentereeks voor doorlopend consumptief krediet niet meer publiceert.
Impasse voor doorlopend krediet na 1 mei 2022
Het is duidelijk dat het ontbreken van de openbare DNB-rentereeks leidt tot een impasse als het gaat om doorlopend krediet overeenkomsten die doorlopen na 1 mei 2022. Dit probleem doet zich bij sommige kredietverstrekkers ook voor als een doorlopend krediet met variabele rente voor 1 mei 2022 is omgezet naar een persoonlijke lening die nog doorloopt; ook daarvoor kan de referentierente van belang zijn. Kifid zal om die reden de behandeling van klachten over variabele rente op doorlopend krediet dat niet geheel is afgelost voor 1 mei 2022 voorlopig aanhouden. Eerst moet er duidelijkheid komen over de te gebruiken referentierente vanaf 1 mei 2022.
Inventarisatie onder kredietverstrekkers en consumentenvertegenwoordigers
Voorop staat dat Kifid als geschilbeslechter niet de eerst aangewezene is om voor de impasse een oplossing aan te dragen. Wel kan de geschilbeslechter een gebruikte nieuwe norm toetsen in een klachtprocedure. De norm van het gebruiken van de openbare DNB-rentereeks komt voort uit uitspraken van Kifid. Kifid is om die reden bereid te inventariseren welke ideeën er leven bij kredietverstrekkers en consumentenorganisaties over een alternatief voor de referentierentereeks van DNB. Twee onafhankelijke deskundigen, dr. ir. R. Lord en prof. dr. A.M.H. Slager RBA, zijn bereid gevonden om onder leiding van Eveline Ruinaard, voorzitter Geschillencommissie en directeur van Kifid, het gesprek aan te gaan met zowel kredietverstrekkers als vertegenwoordigers van consumenten. Op uitnodiging van Kifid gaan de volgende kredietverstrekkers 1 op 1 in gesprek met de onafhankelijk deskundigen: ABN AMRO, ING, Credit Agricole Consumer Finance Nederland (CA CF NL), Rabobank en De Volksbank. Datzelfde geldt voor Consumentenbond Claimservice en Stichting Geldbelangen. De gesprekken zullen geen pasklare oplossing bieden; ze kunnen wel inzicht geven in mogelijke oplossingen. De beide deskundigen zullen vervolgens hun visie op een alternatief voor de DNB-rentereeks neerleggen in een deskundigenbericht over de referentierente bij flexibel hypotheek krediet waar de geschillencommissie om heeft gevraagd. In de tussenuitspraak GC 2022-0367A van Kifid is hierover meer te lezen. De geschillencommissie zal in de einduitspraak in die klachtzaak ook oordelen over de visie van de deskundigen over een alternatief voor de DNB-rentereeks.
AFM en DNB
Kifid zal over de ontstane situatie als gevolg van het stoppen van de publicatie van de DNB- rentereeks ook in gesprek gaan met AFM en DNB. Beide toezichthouders hechten belang aan transparantie in de financiële markt en daar hangt dit mee samen.
Geen gevolgen voor doorlopend krediet afgelost vóór 1 mei 2022
De impasse die is ontstaan heeft geen gevolgen voor doorlopende kredieten met variabele rente die vóór 1 mei 2022 geheel zijn afgelost. Is een doorlopend krediet met variabele rente afgelost voor 1 mei 2022, dan kan de kredietverstrekker voor het berekenen van compensatie voor te veel betaalde rente gebruikmaken van de DNB-rentereeks zoals tot en met 1 april 2022 gepubliceerd. Kifid zal de behandeling van klachten over variabele rente op doorlopend krediet afgelost vóór 1 mei 2022 daarom voortzetten. Klachten over een doorlopend krediet dat nog doorloopt na 1 mei 2022 zal Kifid aanhouden totdat er duidelijkheid is over de te gebruiken referentierente vanaf 1 mei 2022.
Bron: KIFID