Mensen met schulden komen door een opeenstapeling van beslagen steeds vaker terecht op een besteedbaar bedrag dat lager is dan in de wet is vastgelegd.
Dat blijkt uit het recent verschenen onderzoek “Paritas Passé”, uitgevoerd door onderzoekers van de Hogeschool Utrecht en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden in opdracht van de KBvG. Opeenstapeling van beslagen zorgt ook voor een toename van het aantal huishoudens met problematische schulden.
Het is voor het eerst dat is onderzocht in hoeverre de steeds verdergaande incasso- bevoegdheden van sommige schuldeisers leiden tot aantasting van de beslagvrije voet. Deze beslagvrije voet (= 90% van de bijstandsnorm) is het bedrag dat bij beslaglegging op inkomen niet onder het beslag valt en bedoeld is voor het minimale levensonderhoud. Volgens de onderzoekers is er al lang geen sprake meer van een eenvoudige rangorde tussen concurrente en preferente schuldeisers en duwen zelfs preferente schuldeisers dankzij allerlei bijzondere bevoegdheden elkaar steeds vaker opzij. Zo kan het College voor Zorgverzekeraars bij een premieachterstand van zes maanden de premie rechtstreeks inhouden op het inkomen van de schuldenaar, kunnen verhuurders beslag laten leggen op de huurtoeslag en kan de Belastingdienst bij notoire wanbetalers rechtstreeks geld van de bankrekening afschrijven.
“Dit soort maatregelen kunnen op zichzelf al tot problemen leiden”, zegt onderzoeker mr. André Moerman van de Landelijke Organisatie van Sociaal Raadslieden (LOSR/MOgroep). “Want wanneer een verhuurder voor een schuld beslag op de huurtoeslag legt kan deze niet gebruikt worden voor de lopende huur. En als de belastingdienst de aanslag direct van de rekening afschrijft kan de betaling van de vaste lasten in het gedrang raken. Het probleem is echter nog groter wanneer dit soort maatregelen naast elkaar worden toegepast, zo laat het onderzoek zien. Het bestaansminimum wordt aangetast en schuldenaren komen steeds verder in de problemen.”
Eén op de tien huishoudens bevindt zich in een problematische schuldensituatie
Volgens dr. Nadja Jungmann, lector schulden en invordering bij de Hogeschool Utrecht en één van de onderzoekers, is de norm in beginsel helder: financiële verplichtingen moeten worden nagekomen. “Maar in de praktijk is dat voor een schuldenaar niet altijd mogelijk”, aldus Jungmann. “Onvoorziene tegenslagen, een scheiding, ziekte of onverstandig financieel gedrag kunnen bijdragen aan forse schulden. Eén op de tien huishoudens bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Schuldeisers zetten alles op alles om zoveel als mogelijk van hun vorderingen te incasseren en laten ook weinig mogelijkheden onbenut om beslag te leggen.” Jungmann zegt vanuit professionals zoals schuldhulp-verleners, gerechtsdeurwaarders, sociaal raadslieden en maatschappelijk werkers al veel signalen te hebben ontvangen dat steeds meer mensen moeten leven van bedragen onder de beslagvrije voet. “In het onderzoek hebben we de problematiek in kaart gebracht en doen we ook een aantal aanbevelingen waarvan wij hopen dat die serieus door de betrokken partijen worden opgepakt.”
Politiek is aan zet
De onderzoekers doen aanbevelingen voor aanpassing van de bestaande wet] en regelgeving zoals het inrichten van een landelijk beslagregister, het uitbreiden van de lijst van goederen waarop geen beslag mag worden gelegd, het aanpassen van een aantal bijzondere incassobevoegdheden en het invoeren van een incasso]effectrapportage. De onderzoekers hebben het rapport aangeboden aan mr. John Wisseborn, voorzitter van de KBvG. “Gerechtsdeurwaarders hebben een belangrijke en centrale rol in het rechtsbestel. Wij zijn ook bij uitstek degenen die zien wat de uitwerking is van het beslag] en executierecht in de praktijk. Wij gaan met de aanbevelingen aan de slag maar vinden ook dat de politiek aan zet is”, aldus Wisseborn.
Bron: KBvG