Ministerie van Economische Zaken, 14 september 2009. Vragen van het lid Gesthuizen (SP) over de slechte betalingsmoraal bij de overheid.

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Gesthuizen over de slechte betalingsmoraal bij de overheid. De vragen werden mij toegestuurd op 13 augustus onder nummer 2009Z14693.

1. Wat is uw reactie op het bericht “Grootbedrijf rekt betalingstermijn verder op”?

Antwoord
Het artikel meldt een onveranderd groot aandeel ‘goede betalers’ en dat is positief, zeker gezien de huidige moeilijke omstandigheden. Zorgelijk is natuurlijk dat de minder goede betalers steeds langer de tijd lijken te nemen om te betalen.

De door de respondenten in het onderzoek aanbevolen reactie, een zeer actief debiteurenbeheer, acht ik juist en is onder alle omstandigheden, maar zeker nu, een aspect van goed ondernemerschap.

2. Wat is uw reactie op de uitkomst van het onderzoek van OnGuard, waaruit blijkt dat de overheid haar rekeningen het langst laat liggen? Deelt u onze mening dat – in het licht van de precaire liquiditeitspositie van veel MKB ondernemingen in de crisis, onder andere vanwege de moeilijkheden om aan krediet te komen – de overheid juist snel zou moeten betalen?

Antwoord
De overheid heeft een voorbeeldfunctie en moet zich aan de overeengekomen betalingstermijn houden. Het beleid van dit kabinet is daar ook op gericht.

Onlangs is besloten om voor de rijksoverheid de betalingstermijn in de rijksinkoopvoorwaarden (ARVODI en ARIV) terug te brengen tot 30 dagen en deze wijziging is inmiddels ook geëffectueerd. Lagere overheden zijn daarin autonoom, maar hebben wel de aanbeveling gekregen om deze regel ook zelf toe te passen.

Verder steunt dit kabinet Europese initiatieven om late betalingen tegen te gaan waarbij specifiek voor overheden strengere regels en forfaitaire toeslagen bij te laat betalen, worden aanbevolen.

3. Kunt u inzicht geven in de betalingstermijnen zoals die momenteel in de praktijk gehanteerd worden door de rijksoverheid en decentrale overheden?

Antwoord
Er wordt momenteel een rijksbrede audit uitgevoerd door de rijksauditdienst naar het betaalgedrag van de rijksoverheid. Doel van dit onderzoek is te komen tot een uitspraak over het feitelijke betaalgedrag over facturen van de eerste vier maanden van 2009. Daarnaast wordt onderzocht hoe het betaalproces is vormgegeven, welke oorzaken er zijn voor late betalingen en welke versnellingen in het betaalproces eventueel doorgevoerd kunnen worden. De uitkomsten van deze audit zijn in september beschikbaar en zullen met de Tweede Kamer worden gedeeld.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft daarnaast IPO en VNG opgeroepen om een betalingstermijn van 30 dagen te hanteren. IPO en VNG onderschrijven deze oproep van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en hebben hun achterban opgeroepen gehoor te geven aan de wens van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om een betalingstermijn van 30 dagen te hanteren.

4. Is er bij het oprekken van de betalingstermijnen door de overheid sprake van contractbreuk? Zo niet, op welke wijze worden de betalingstermijnen dan opgerekt?
Hoe wilt u dit oplossen? 
 
Antwoord
Indien de rijksoverheid na goedkeuring van de prestatie de factuur niet zou betalen binnen de contractueel overeengekomen betalingstermijn is er sprake van het niet nakomen van de betalingsverplichting. Bedrijven hebben in dat geval recht wettelijke rente te claimen over het openstaande bedrag. Het feitelijke betaalgedrag en de mogelijkheden tot versnelling van het betaalproces door de rijksoverheid worden onderzocht in de rijksbrede audit naar het betaalgedrag (zie mijn antwoord op vraag 3).

Decentrale overheden gaan in autonomie overeenkomsten aan. Betalingen vinden plaats op basis van de tussen de decentrale overheid en betrokken ondernemer gesloten overeenkomst met betrekking tot leveringen of diensten. Van die overeenkomst maken ook de betalingscondities deel uit. IPO en VNG hebben hun achterban opgeroepen om daarbij een betalingstermijn van 30 dagen te hanteren.

5. Wilt u het betalingsgedrag van de overheid betrekken bij het door het EIM uit te voeren onderzoek naar de vraag in hoeverre het MKB last heeft van te late betalingen?

Antwoord
EIM onderzoekt de aard en de omvang van de problemen die ondernemers zeggen te ondervinden van inkoopmacht. Het betreft hier de relatie tussen ondernemingen en niet die van ondernemers met de overheid. Het eerder gemelde onderzoek van de rijksauditdienst zal het gevraagde inzicht geven in het betaalgedrag van de rijksoverheid.

6. Deelt u de mening dat de rijksoverheid een regierol heeft in het bestrijden van de crisis? Zo nee, waarom niet? Zo ja, indien het met name de decentrale overheden zijn die te laat betalen – ondanks sterk aandringen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om binnen 30 dagen te betalen – welke middelen wilt u dan inzetten om de decentrale overheden op tijd te laten betalen?

Antwoord
Ja, de overheid heeft een rol in het bestrijden van de crisis. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft, zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 3, de decentrale overheden opgeroepen een betalingstermijn van 30 dagen te hanteren.

IPO en VNG hebben aangegeven hun achterban op te roepen gehoor te geven aan deze oproep. Binnen de huidige staatsrechtelijke verhoudingen zijn verdergaande maatregelen niet passend.

Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken

Bron: www.ez.nl