Het kabinet start een hervormingsagenda om de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting te hervormen. Deze ‘hervormingsagenda inkomensondersteuning’ kent drie doelen: inkomensondersteuning moet mensen zekerheid bieden, makkelijker te begrijpen zijn en (meer) werken moet lonen. Uitgangspunt is dat groepen er niet flink op voor- of achteruit mogen gaan en dat de armoede de komende jaren niet mag stijgen.

Ongeveer 70% van de Nederlanders heeft recht op een vorm van inkomensondersteuning, bijvoorbeeld toeslagen voor zorg, huur of kinderopvang, de AOW, de kinderbijslag of een werkloosheidsuitkering. Het gaat om zowel lage, als midden en hoge inkomens. Volgens het kabinet zijn veel van deze regelingen erg ingewikkeld geworden. Daarnaast zijn veel regelingen niet goed op elkaar afgestemd, terwijl ruim 4,5 miljoen Nederlanders gebruik maken van meerdere regelingen.

Dat het stelsel van inkomensondersteuning te ingewikkeld is geworden heeft negatieve gevolgen. Zo doen sommige mensen geen beroep op regelingen die ze wel nodig hebben, komen ze in de problemen door terugvorderingen en weerhoudt het mensen er soms van om meer te gaan werken. Dit kan uiteindelijk leiden tot gezondheidsproblemen. Het stelsel vergroot daardoor onbedoeld voor sommige groepen juist de bestaansonzekerheid.

Het kabinet komt in het kader van de hervormingsagenda in het voorjaar van 2025 met verschillende varianten om het belasting en toeslagensysteem te hervormen, ook in samenhang met het minimumloon en andere inkomensregelingen. Ook lopen er wetsvoorstellen om de kinderopvangtoeslag, de huurtoeslag en de participatiewet te vereenvoudigen.

Daarnaast wil het kabinet werk maken van een recht op vergissen. Hierdoor wordt het mensen minder zwaar aangerekend als zij een fout maken bij het aanvragen van onder andere sociale zekerheid. Ook komt er een wetsvoorstel proactieve dienstverlening, waarmee UWV, SVB en gemeenten mensen gericht kunnen informeren over regelingen waar ze recht op hebben. Tot slot is er aandacht voor het garanderen van het bestaansminimum, en hoe de verdeling van die taak is tussen het Rijk en gemeenten.

De komende jaren wordt er door verschillende departementen, uitvoeringsorganisaties en lokale overheden stapsgewijs gewerkt aan vereenvoudigingen, hervormingen en aan uitvoerbaar beleid. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum bewaakt de samenhang en voortgang.

Bron: Rijksoverheid